Op de eerste e-mail die ik Bill Janovitz stuur, krijg ik een automatische out of office-reply. Was getekend: Bill Janovitz, Sales Vice President van William Raveis Real Estate. En, maar dat staat er niet bij, zanger en gitarist van de gevierde indierockband Buffalo Tom.
De groep uit Boston, Massachusetts die tussen 1988 en 2011 acht albums uitbracht en ooit nog op Pinkpop stond, waar ze hun bescheiden hit Taillights Fade speelden:
Tegenwoordig is Janovitz een ‘part time man of rock’, zoals hij zich op zijn website noemt. Hij verdient zijn brood als makelaar. Bassist Chris Colbourn runt een boekingskantoor en drummer Tom Maginnis werkt bij een bedrijf dat visa verwerkt. Een beetje ontnuchterend: rock-’n-roll en onroerend goed zijn wel héél verschillende werelden. Zo ziet Janovitz het ook: het één is zijn day job, het andere zijn night job.
‘Ik zou niets liever willen dan al mijn tijd in de muziek steken’, zegt hij. ‘Maar ik ben wel blij met het evenwicht dat ik nu in mijn leven heb. Dat was in mijn twintiger en dertiger jaren helemaal zoek. Alles draaide om muziek, toeren, opnemen en songs schrijven. Ik ben in 1992 getrouwd en woonde al langer samen, maar in elk ander opzicht was mijn leven uit balans.’
Eind jaren negentig nam Buffalo Tom een lange pauze, waarna in 2007 het album Three Easy Pieces verscheen en in 2011 Skins. Sindsdien is het weer stil rond de groep. Ook optredens zijn zeldzaam geworden. Begin september doet het trio er twee in Nederland (in Den Bosch en op Vlieland, op het festival Into The Great Wide Open) en nog eentje in België, op het Crammerockfestival. ‘Dit zijn waarschijnlijk onze enige shows in 2014’, schrijft de band op zijn website. ‘Kom ons zien. We toeren niet echt veel meer.’
‘We hebben sinds 2007 een paar platen gemaakt, omdat we niet alleen maar een nostalgie-act wilden zijn’, zegt Janovitz. ‘Maar nu weet ik niet zeker of we nog opnieuw samen een plaat gaan opnemen. We moeten er de tijd voor zien te vinden. Bovendien hebben we al zo lang met elkaar samengewerkt op zoveel platen, dat ik me afvraag of er nog wel een noodzaak of verlangen is om nog één te maken. Maar dat is pure speculatie, ik weet het simpelweg niet.’
‘We willen zeker doorgaan met optredens, ook al gaan we niet echt op tournee. We zouden waarschijnlijk met de band genoeg kunnen verdienen als we constant zouden toeren, maar dat willen we niet. Dus hebben we banen nodig. En door die banen, en onze gezinnen, kunnen we niet zo vaak optreden. Op dit moment zien we elk concert als een kers op de taart. We hebben geluk dat mensen er nog warm voor lopen.’
Buffalo Tom is voor Janovitz niet meer zijn enige band. Hij maakte een aantal soloplaten, plus eentje met de groep Crown Victoria, waar hij heel trots op is. ‘Het interesseerde niemand. Maar we hebben een heel goede plaat uitgebracht, echt geweldig.’ Sinds kort speelt hij in The Needy Sons. ‘Een groep met twee gitaristen, iets dat ik sinds high school niet meer gedaan heb. Ik hou erg van de wisselwerking tussen twee gitaren, zoals bij The Rolling Stones, Television, The Replacements enzovoorts. Het heeft een heel andere dynamiek dan Buffalo Tom. We hopen nog dit jaar een album op te nemen.’
Terug naar Buffalo Tom. Begin jaren negentig was het één van de Amerikaanse gitaarbands waar ik veel naar luisterde. Veel van die andere bands klinken nu een tikje gedateerd, maar de muziek van Buffalo Tom blijft me raken. Misschien door de soms hartverscheurende, melodieuze songs, die, zo blijkt, je keer op keer kunt beluisteren zonder er genoeg van te krijgen. Of door de oprechte passie waarmee de muziek gemaakt is. Geen poses, geen vals sentiment, geen flauwe jaren negentig-ironie.
Ik kijk uit naar het optreden in Den Bosch, vooral met de herinnering aan geweldige eerdere optredens in het achterhoofd, jaren geleden, waarvan ik me vooral de tomeloze inzet van de bandleden herinner. De ideale setlist zou in elk geval de volgende nummers bevatten: een rijtje favorieten dat ik Janovitz voorleg, met de vraag wat hij er zoal over kan vertellen.
• Walk Away
Het regent vrij veel op het titelloze debuutalbum van Buffalo Tom uit 1988. Zo zingt Bill Janovitz in The Bus over hoe hij in de regen naar huis loopt, in zijn kamer gaat zitten en naar Billie Holiday luistert. Maar dat is nog niets vergeleken met de stortbui in Walk Away:
Geez, would you just walk away
If you heard me say, say so
It’s just a rainy day
Raining outside again
Now when it rains it pours
Outside open doors again
Er zijn ook zonniger nummers (zoals het openingsnummer Sunflower Suit), maar overheersend is een sfeer van diepe melancholie, van jongens die zuchtend in hun kamer zitten te luisteren naar Billie Holiday, terwijl het buiten maar blijft miezeren.
Tegelijkertijd is duidelijk dat Buffalo Tom niet bij de pakken neerzit: het album loopt over van jeugdige energie. Zo knalt Impossible (met een gastoptreden van Dinosaur Jr’s J. Mascis) de speakers uit.
Walk Away is een nummer zoals Buffalo Tom ze daarna veel meer heeft gemaakt, waarin Janovitz zijn ziel en zaligheid eruit gooit, op een stevig bed van gitaren en een cadans waarop je lekker meewiegt. Het is de stijl die de groep het meest kenmerkt.
‘Klopt’, zegt Janovitz. ‘Een zekere mid-tempo-melancholie met intense passie.’
Ik vraag hem hoe het eigenlijk zit met die weemoed, waar komt die vandaan? ‘Dat hebben we ons ook wel eens afgevraagd, waarom het zo’n sterke onderstroom in onze muziek is. Als jongen voelde ik me al aangetrokken tot de melancholie in vooral literatuur, film en muziek. Ik weet het niet, ik ben in veel opzichten een heel luchthartig iemand. Maar er is iets met melancholie dat de creativiteit kietelt en de behoefte stimuleert om te schrijven, om een vaag gevoel te verwoorden.’
Het debuut werd geproduceerd door Dinosaur Jr-zanger/gitarist J Mascis, die ook op de plaat meespeelt. Het leverde Buffalo Tom de bijnaam Dinosaur Jr. Jr. op, van critici die beide bands wel erg op elkaar vonden lijken. Dat valt eigenlijk wel mee, vindt ook Janovitz. ‘Ik denk dat wij meer beïnvloed waren door The Replacements, Hüsker Dü, Neil Young, The Rolling Stones, The Gun Club, Mission Of Burma, etc. Zelfs R.E.M. was volgens mij een grotere invloed dan Dinosaur.’
Hij noemt nog andere namen uit de platenverzamelingen van de drie bandleden die hun hebben beïnvloed, zoals Echo and the Bunnymen, Psychedelic Furs en Simon and Garfunkel. ‘Tom Waits is een van de artiesten die ik het meest koester. Net als Bob Dylan en Van Morrison. Maar volgens mij klinken we als geen van hen.’
• Larry
Na het tegenvallende tweede album Birdbrain kwam Buffalo Tom in 1992 met het indrukwekkende Let Me Come Over. Met diverse tijdloze songs en een sprankelend geluid was het een flinke sprong vooruit. Al vindt Janovitz dat laatste wel meevallen: ‘Ik denk dat we ons gewoon verder ontwikkelden. We raakten beter op elkaar ingespeeld. We kwamen beter in ons vel te zitten. Dat is een natuurlijk parcours dat je als groep volgt als je genoeg ruimte en stimulans om te groeien krijgt.’
Let Me Come Over bevat het mooie Taillights Fade, maar het absolute hoogtepunt is wat mij betreft Larry. Een nummer waarvoor het woord meeslepend bedacht lijkt te zijn. Net als Walk Away, waar het in het verlengde van ligt, heeft het een heerlijke, weemoedige cadans. Janovitz zingt het vol overgave. Waar het over gaat? Geen idee. Maar de openingsregels heb ik altijd prachtig gevonden:
When I sleep, is when you rise
Get out of bed, wipe the sleep from your eyes
Een simpel, huiselijk, maar op de een of andere manier ontroerend beeld.
Wat het nummer misschien vooral bijzonder maakt, is het gevoel van urgentie dat erin zit. Door Janovitz’ manier van zingen, maar ook door wat hij zingt: ‘Now’s the time, friend of mine’, bijvoorbeeld. Of: ‘My heart and soul are in your hands’. Overgave.
Het gaat ook lekker lang door, ruim vijfeneenhalve minuut. Het eindigt, als de drums al gestopt zijn, met bas en gitaar die nog even uitzwieren, als een sprinter die na de 100 meter nog even uitloopt. Alsof ze liever niet zouden stoppen.
Janovitz zegt dat het ook een van zijn favorieten is. Waar het over gaat? ‘Over het vroege huiselijke leven in een solide relatie. Vooral over hoe die huiselijkheid voortdurend verstoord wordt door zoiets als in een toerende band zitten.’
En waarom heet het in godsnaam Larry? ‘Zo heette onze kat. Omdat ik het woord ‘cat’ in de song noemde, had een van mijn vrienden het altijd over ‘dat liedje over Larry’. In een lollige bui leek het mij, zonder er verder goed over na te denken, wel een mooie geheimzinnige titel.’
Het lijkt mij een nummer dat heerlijk moet zijn om te spelen en te zingen. Klopt, zegt Janovitz. ‘Ik krijg er nooit genoeg van. Het is heel cathartisch.’
• Porchlight
Nog eentje van Let Me Come Over. Een vrij bescheiden, aanstekelijk levenslustig nummer. Opnieuw is onduidelijk waar het precies over gaat, maar zijn er weer van die mooie zinnetjes die eruit springen, zoals:
Your voice is small on my voice mail system
A million miles away
But if I turned it off
I would not hear the little things you say
Janovitz: ‘Het is een van de weinige songs die er in één keer uitkwamen. Het vangt een bepaalde energie, een flow, een opwinding. Het heeft iets heel jeugdigs. Het herinnert me aan jong zijn, vol belofte. We spelen het niet zo vaak, omdat Tom niet helemaal gelukkig is met de drumpartij. Of misschien houdt hij gewoon niet van het nummer.’
• Summer
Sleepy Eyed, het vijfde album van Buffalo Tom, verscheen aan het begin van de zomer van 1995. Het vormde voor mij een belangrijk deel van de soundtrack van die zomer (samen met onder meer het debuutalbum van Foo Fighters). Het is een ongecompliceerd, uitbundig klinkend album. Perfect voor de zomer.
Volgens Janovitz was het album een reactie op de voorganger, het verfijnde, verzorgd klinkende Big Red Letter Day (1993), dat onder meer de single I’m Allowed bevat. Het lag in het verlengde van Let Me Come Over, maar had wat mij betreft niet helemaal dezelfde zeggingskracht.
Janovitz: ‘Ik denk dat we alle drie een beetje opgebrand waren doordat we twee maanden in Los Angeles aan Big Red Letter Day gewerkt hadden. Die plaat klinkt voor mij het meest tijdloos. Ik hou van de warmte en de professionele productie, die heel goed bij de songs paste. Maar in reactie daarop wilden we een Tonight’s the Night- of Some Girls-achtige plaat maken, zo’n plaat die grotendeels live in de studio gemaakt is. We wilden de energie van de live-optredens vangen, omdat we na zo lang toeren een heel krachtige live-band waren geworden. Dus maakten we Sleepy Eyed met zo weinig mogelijk overdubs.’
Summer stelt met enige spijt vast dat de zomer voorbij is. Spijt over de gemiste kansen: ‘You’ve wasted every day, every day’. Janovitz: ‘Ik groeide op in een plek waar de vier seizoenen een scherp contrast vormen. Het eind van de zomer is tot op de dag van vandaag voor mij een heel emotionele overgang. Eigenlijk ben ik daar nu te oud voor. Maar het eind van de zomer in het Noordoosten van de Verenigde Staten heeft iets nostalgisch en triests.’
• It’s You
Een ander hoogtepunt van Sleepy Eyed, een uitbundige, dronken ode aan een geliefde. Melancholie is ver te zoeken in dit heerlijke meezingnummer, dat overloopt van positiviteit.
‘The truth is in your teeth, because your smile’s beyond belief’, zingt Janovitz.
Veel Buffalo Tom-teksten zijn niet zo eenduidig, maar dit lijkt toch een oprecht, ongecompliceerd liefdesliedje. Er is dan ook verder weinig over te vertellen, aldus Janovitz: ‘Ik heb er niets aan toe te voegen.’
• Rachael
In de VS kennen veel mensen Buffalo Tom vooral van een optreden in de tienerserie My So-Called Life, waarin een jonge Claire Danes de hoofdrol speelde. Een veelgeroemde cultserie uit het midden van de jaren 90 die na één seizoen geschrapt werd, maar nog steeds fans heeft. De aflevering draait rond de prille schoolliefde tussen Angela (Danes) en haar obsessie Jordan (Jared Leto). Tegen het eind ontmoeten ze elkaar in een club waar Buffalo Tom speelt. (‘They’re even cuter than on their CD!’ zegt één van Angela’s vriendinnen als ze de band ziet spelen.) Het loopt voor Angela op een teleurstelling uit als Jordan haar vervelend behandelt. In de slotscène, waarin hij het de volgende dag op school goed maakt met haar, horen we opnieuw het nummer dat we Buffalo Tom eerder zagen spelen: Late At Night.
Een fan zette die scène (‘de beste scène uit de beste aflevering van de beste serie ooit’) op YouTube:
Late At Night wordt niet gezongen door Janovitz, maar door bassist Chris Colbourn. Bill Janovitz is altijd de frontman van Buffalo Tom gebleven, maar Colbourn trad gaandeweg wel vaker op de voorgrond. Zijn nummers zijn niet de minste, zoals Kitchen Door, Clobbered en She’s Not Your Thing.
En vooral ook Rachael, het openingsnummer van Smitten (1998). Een sprankelend, pakkend powerpopnummer dat dan ook een enorme hit werd en in één klap van Buffalo Tom een stadionband maakte die moeiteloos het Gelredome én de Amsterdam ArenA uitverkocht. Nou ja, in hun dromen dan, want de massa koos dat jaar (in Nederland) voor Celine Dion en Acda en de Munnik.
Colbourns nummers hebben vaak een iets opgewektere toon dan die van Janovitz. Dat zal ook te maken hebben met zijn stem, die een helderder klank heeft.
‘Chris heeft inderdaad een andere stem dan mij, letterlijk en figuurlijk’, zegt Janovitz. ‘Zijn teksten en onderwerpen zijn heel anders. We schrijven wel allebei over relaties en over het omgaan met het verleden. Een verschil is ook dat hij meer directe inspiratie haalt uit films en literatuur dan ik. Het verschil ligt vooral in de teksten. De muziek komt als een samenwerking tot stand, van ons drieën.’
• Wiser
Tussen het onstuimige debuut en het album Smitten zitten tien jaar. Aan Wiser is goed te horen dat Buffalo Tom volwassener is geworden en muzikaal tot meer in staat is. Volwassenheid en muzikaal vakmanschap zijn wat mij betreft niet direct aanbevelingen, integendeel bijna, maar in dit geval levert het wel iets heel moois op. Waar de band in het verleden hield van het grote gebaar – zoals in Taillights Fade, dat bijna over het randje gaat – houdt Buffalo Tom het nu kleiner. Dat maakt Wiser niet alleen gevoelig, maar ook teder.
De tekst lijkt te gaan over zo’n moment in een relatie waarop het twee kanten op kan gaan: verder voorwaarts of de afgrond in. De keus is in dit geval aan de ander, zo lijkt het. Janovitz gebruikt het beeld van een auto – een Pinto – die met een lege accu tot stilstand is gekomen:
And you stall out
With no one to give you a jump
Just hook your cables to me
And then you’ll see
That I can start you up
That I can start you up
‘Het is een vrij autobiografisch portret van mij toen ik mijn dertiger jaren bereikte’, zegt Janovitz. ‘Er zitten specifieke beelden uit mijn leven in, zoals jasmijnthee en druivenbladeren. Maar sommige van die beelden, zoals een Pinto, komen uit het verleden. Ze zijn heel persoonlijk voor mij. Mijn vrouw had een Ford Pinto toen we net verkering kregen. Het is een heel romantisch liedje.’
• You’ll Never Catch Him
Het duurde na Smitten maar liefst negen jaar voor er een nieuw Buffalo Tom-album verscheen: Three Easy Pieces (2007). Het kreeg lovende recensies en is inderdaad best goed, alleen ontbreekt het nogal aan nummers die er echt uit springen (iets dat ook geldt voor het in 2011 verschenen Skins).
De enige uitzondering is You’ll Never Catch Him, dat met een pakkende melodie meteen de aandacht vraagt. Het is een intrigerend nummer:
You’ll never catch him
I said you’ll never catch him
She said, that’s what everyone says to me
You’ll never catch him
She said, you know you’ll never catch him
You’ll run for miles but still you wont believe
En verderop: ‘You’ll never catch him if you don’t believe’. Ik las bij songmeanings.com een interpretatie van iemand die er een religieuze betekenis in ziet. (Misschien ook omdat het zinnetje ‘Diamonds everywhere’ verkeerd is verstaan als ‘God moves everywhere’.)
‘Ik ben geen religieus persoon’, reageert Janovitz. ‘Maar ik ben erg katholiek opgevoed. We gingen elke zondag naar de kerk. Ik denk dat er een religieuze en spirituele worsteling schuilgaat achter deze metafoor. Het liedje gaat over mijn dochter die als peuter probeerde iets te vangen en in haar optimisme dacht dat het wel zou lukken. Mijn automatische cynische of ál te pragmatische reactie was dat het ‘nooit’ zou lukken. Verderop vertelt zij, of een ander die optimistischer is dan ik, mij waarom ik het nooit zal snappen. In feite snap ik het natuurlijk wel – ik ben immers degene die het liedje geschreven heeft. Ik ken mijn fouten en gebreken.’
© Schift, september 2014
Wees de eerste om te reageren