Sinds het derde deel van zijn biografie met de nodige vertraging verscheen, is het leven van Gerard Reve geboekstaafd. Wat overblijft zijn de kleine ontmoetingen, de herinneringen die leven in de hoofden van zijn lezers. Daarom op Schift de serie Ontmoetingen met Reve.
Soms dacht ik even echt tot hem door te dringen, maar het verdampte. Terwijl hij aan zijn sigaret trok keek hij me aan met ogen die fletser waren dan ik ze kende van foto’s en optredens. Dan weer glimlachte hij ineens, zonder noemenswaardige aanleiding.
’Meneer Reve,’ zei ik, ‘is het waar dat u door honderdduizenden jonge vrouwen en meisjes op handen gedragen wordt?’‘Jazeker,’ zei de grote Volksschrijver, ’met name door moeders van jonge kinderen.’
Toen hij wegging, kwam hij uitgebreid gedag zeggen. Hij zei: ‘Ja, meneer Behre, ik moet u echt een heel groot compliment geven, want het is een heel erg schoon hotel. Want ik heb met mijn hand achter de verwarming gevoeld en daar zat geen enkel stofje achter.’
Wees de eerste om te reageren