Wie het onlangs verschenen The Inheritors van de Britse dj-producer James Holden beluistert, hoort de vervolmaking van Krautrock, de experimentele muziekstroming die eind jaren zestig in Duitsland ontstond. Sterker nog, het album doet de Krautrock van weleer verbleken tot gedrogeerde rotzooi. Hoe heeft de jonge Engelse geluidstovenaar en wiskundige ‘m dat geflikt?
Denkend aan Krautrock hoor ik gelukzalige Lilienthal-melodieën die worden voortgestuwd door een feilloze Motorik. Ik hoor muziek uit de sferen die zich versmelt met de kosmos. Ik hoor hoe de muziek messcherp opbouwt om vervolgens achteloos uit elkaar te vallen. Ik zie jonge, gelukzalige, onschuldige Duitsers uit de sixties achteloos een deksels soepje brouwen waarvan we tot op de dag van vandaag een goddelijke nasmaak in de mond hebben.
Tot zover de herinnering. Tot zover de droom.
De werkelijkheid is ook hier weerbarstiger. Wie zich de moeite getroost nu nog te luisteren naar de toenmalige Krautrock moet regelmatig slikken. Behalve amateuristisch klinkt het vaak ook, het is niet anders, hinderlijk aanstellerig. Het schuurt en wringt op plekken waar het dat niet zou moeten doen. Het is zo nu en dan gedrogeerde rotzooi, die beelden oproept van laveloze communes waar het onderscheid tussen poep en verf niet meer scherp is. Gekoppeld aan het gegeven dat veel Krautrockers in hun eigen mythe zijn gaan geloven en nooit verlegen staan om een Idiotenquote meer of minder, ontstaat zo het beeld van alweer zo’n pagina in de annalen van de popmuziek waar alles te mooi lijkt om waar te zijn.
Tot zover de werkelijkheid. En de kritiek.
Hoe onwaarschijnlijk het ook klinkt, The Inheritors van James Holden weet van beide het mooiste te maken. Holden weet droom en werkelijkheid van Krautrock te versmelten naar een nieuwe uitdrukkingsvorm, waarbij alles op gelukzalige wijze samenkomt. The Intheritors, kortweg verschenen onder de familienaam ‘Holden’, probeert nergens te vleien, maar neemt de luisteraar toch dwingend mee op een trip zonder weerga. Het duurt lang. En het loont – niet een klein beetje, maar heel erg. Ik kan me zelfs niet heugen eerder door een plaat zo rijkelijk beloond te zijn. Ook maanden na dato valt er over The Inheritors door te praten. Alsof er een reservoir is aangeboord dat niet op kan. Laten we eens gissen hoe Holden dat heeft volbracht.
Allereerst kunnen we er niet omheen dat James Holden, een gevierd dj met remixes voor supersterren op zijn naam, en daarmee ook met geld op de bank, de kunst van de verleiding verstaat. Hij zal als dj weten wat het is om de meute te moeten verleiden. Daarom zijn ook de meest dissonante stukken op The Inheritors nog steeds van een dwingende, trefzekere verleiding: ook als de boel over dreigt te koken, ook als de hele handel vast lijkt te lopen in de handenvol schurend woestijnzand, die James om de haverklap met sardonisch genoegen in de machinerie smijt. Ook dan komt alles weer wonderschoon op zijn pootjes terecht, met een harmonieuze gelukzaligheid die tot tranen weet te roeren.
Geen misverstand: The Inheritors is geen plaat om op mee te klappen of om de heupen eens flink mee los te draaien. Menig draaitafelcollega van Holden zal er buikkrampjes van krijgen. Het is ook geen episch werkstuk, zo’n plaat waarbij de verklanking van barre tochten door het dal en grootste glories op de top worden verklankt. En ook al houden we het niet droog, ook de ontroering zit weggestopt in subtiliteit voor de goede verstaander. The Inheritors laat zich in dat opzicht ook helemaal niet makkelijk vieren. Er wordt niet gescoord voor open doel. Er zijn geen deze-vuist-op-deze-vuist-manoeuvres te bespeuren. En o ja, er wordt niet gezongen, helemaal niet. Er is ritme – maar als Holden als DJ zijn geld zou moeten verdienen met dergelijke ritmes was hij allang tot de bedelstaf veroordeeld. Geen hond die er op zal dansen. Ja, The Inheritors doet het vooral zónder van alles. En toch komt de luisteraar niets tekort. Sterker, het is een overvolle plaat die uit z’n eigen voegen lijkt te barsten.
Dat is bij de oorspronkelijke Krautrock negen van de tien keer wel anders. Holden is dan ook aan de haal gegaan met de herinnering, niet met de werkelijkheid. Hij heeft de droom van een sublieme muziekvorm, die in werkelijkheid nooit zo heeft bestaan, weten te verklanken. Als we nou al weten dat hij de kunst der verleiding verstaat, als dj, wat is er dan nog meer?
Ik zal het maar ‘technisch kunnen’ noemen. Al klinkt het niet per se zo, The Inheritors is volledig met elektronische middelen tot stand gekomen – daar mag je tenminste van uitgaan, bij het soort studiomuis dat Holden als producer nou eenmaal is. Je ziet hem zitten in de studio, omringd door elektronische apparatuur, lurkend aan nog maar weer een joint, waarna er weer een hele nacht opgaat aan het finetunen van enkele seconden. Maar juist dat finetunen is bij Holden een heel delicaat proces, omdat hij bewust en pertinent de imperfectie zoekt. Zoals gezegd: Holden gooit met regelmaat zand in zijn eigen machinerie. Dat is de omgekeerde wereld. Hij zou het ook drie keer zo hapklaar kunnen opdienen, maar doet dat heel bewust niet. Daarmee te spelen, met behoud van alle verleidelijke Casanovakwaliteit, tekent zijn grootse en onafhankelijke geest. Dissonantie, in de tijd van de Krautrockers zelf een wellicht ongewild, maar getolereerd bijverschijnsel, steunend op amateurisme in de breedste zin van het woord (men was speeltechnisch matig onderlegd, de apparatuur werkte niet mee, men was dronken, men was stoned, en dat vaak tegelijkertijd, men bedreef een nieuwe kunstvorm waarin alles kon en alles mocht) – diezelfde dissonantie is door Holden even calculerend als liefdevol ingezet om The Inheritors een meerwaarde te geven die we ongekend mogen noemen.
Ja, The Inheritors had ook als een feilloos klokje van Zwitserse komaf kunnen tikken, maar loopt in plaats daarvan hortend, stotend en hinkelend door de droom die Krautrock heet. En zo hoort het natuurlijk ook bij een droom, waar ongerijmdheden als vanzelfsprekendheden passeren. Alleen: je moet het opzoeken. En er vervolgens werk van maken. Want met de apparatuur en de software van nu is het een veel grotere vanzelfsprekendheid dat alles juist kogelrond en hapklaar uit de machinerie rolt. Vandaar misschien ook, dat Holden achter de decks altijd wordt gespot met van die rare apparaten, die in niets lijken op de glanzende mengpanelen van zijn colllega-dj’s.
Holden nam dus het beste. En het slechtste. Hij snapte dat het één niet zonder het ander kan en leefde zich uit op een plaat waaraan een meesterplan ten grondslag moet hebben gelegen. Of nu ja, meesterplan: James Holden lijkt me niet zo’n planoloog. Ik vermoed dat hij vooral de muziek in zijn hoofd, de Krautrock in de breedste zin van het woord, tot leven heeft willen brengen. Wie zijn dj-mixen hoort, weet al dat hij tot de weinigen behoort die met schijnbaar gemak echt meerwaarde creëren uit andermans werk – met ook daarbij trouwens altijd weer die link naar dat audiospectrum van de Krautrock. Dan doet hij het met anderen. Nu doet hij het zelf. Hoe? Ik heb het proberen uit te leggen. Maar het blijft giswerk. Daarom fascineert het natuurlijk ook zo – de meeste muzikale meesterwerken zijn toch verklaarbare affaires, waarbij onze bewondering tot behapbare proporties wordt teruggeleid. Ze stellen ons gerust.
The Inheritors stelt helemaal niet gerust. Met regelmaat is het zelfs ronduit verontrustend, het gangenstelsel waarin Holden ons meesleept. De goede afloop, die er altijd weer komt, geeft hij geen moment op voorhand prijs. Je moet maar mee. En je wílt mee. Je bevroedt een rijkdom die zich zal openbaren. Dat vermoeden is er al bij de eerste keer luisteren. En gaat daarna alleen maar groeien – groeien van vermoeden tot een besef, van besef tot inzicht, van inzicht tot zekerheid, van zekerheid tot wetmatigheid. Zo gaat, wat vroeger heette, ‘de beste plaat’ van 2013, zich steeds dieper verankeren in je bewustzijn. Tot je het punt bereikt waarop de reality check zich aandient en je nog eens gaat luisteren naar die gouwe ouwe Krautrock, die je daarna als een kouwe douche de kamer uit doet rennen. Op dat moment besef je dat Holden nooit bestaande muziek heeft gemaakt, die weet te klinken alsof het er altijd al was.
© Schift, oktober 2013
Wees de eerste om te reageren