Charles Dumont, in het licht van Piaf – Schift

Op 10 oktober is het een halve eeuw geleden dat Edith Piaf overleed, volkomen opgebrand in de 47 jaar die achter haar lagen. Nee, ze betreurde niets, zong ze in haar lijflied; de armoede, de mannen, de ziektes, de morfine en de alcohol, met haar herinneringen had ze de kachel aangemaakt. Zo majestueus en explosief als Non, Je Ne Regrette Rien klinkt, zo ingetogen en bescheiden is de componist van dit klassieke chanson: Charles Dumont.

Den Bosch, zes jaar geleden. De onopvallende man die in zijn kleedkamer tegenover me zit is een en al voorkomendheid. Hij maakt eerder de indruk een zenuwachtige toneelknecht te zijn dan een vedette, de componist van het magnum opus van de legendarische Piaf. Vriendelijk beantwoordt hij mijn vragen, al is het maar voor een marginaal radioprogramma, dat ergens in een verre uithoek van het Nederlandse omroepbestel zal worden uitgezonden. Het is 10 maart 2007 en Charles Dumont treedt vanavond op in het Bossche Koningstheater, samen met Liesbeth List, die triomfen viert met haar hoofdrol in Piaf, De Musical.

Hij knijpt hem flink. Een eerder concert in Nederland, in ‘Maastriek’, was weliswaar uitstekend geslaagd – ‘très, très bon public!’ – maar dat garandeert natuurlijk allerminst een goede afloop in Bois-le-Duc. Als er iets legendarisch is aan Charles Dumont, dan is het zijn podiumangst. ‘Nog altijd word ik geterroriseerd door het toneel. Ik heb een zorgelijke natuur, ben altijd bang voor van alles. En over vanavond ben ik minder zeker dan ooit, want er zit een publiek in de zaal dat ik niet ken en dat mij nauwelijks kent. En dan na madame Liesbeth List te moeten optreden – ik heb cd’s van haar beluisterd en ben erg van haar gecharmeerd – dat is niet makkelijk. Ik zing chansons waarvan je de woorden moet begrijpen. Van de twaalf liedjes die ik breng, zal het publiek er misschien twee à drie kennen.’

Over de mate waarin zijn Franse teksten hier in de Lage Landen begrepen zullen worden, maakt hij zich geen illusies. ‘We hebben het altijd over Europa, maar de traditionele artistieke grenzen en taalgrenzen blijven bestaan. Ik ken behalve Liesbeth List ook geen Nederlandse of Duitse artiesten, en maar weinig Italiaanse.’

Charles Dumont (Cahors, 1929) viert volgend jaar zijn zestigjarig artiestenjubileum. Na een klassieke opleiding aan het Conservatorium van Toulouse trok hij eind jaren veertig naar Parijs, toentertijd het mekka van de Amerikaanse jazz. En dat was zijn echte passie. Hoezeer hij ook de composities van Chopin en vooral Hector Berlioz bewonderde, Louis Armstrong was zijn grote held. Een mislukte operatie aan zijn amandelen maakt echter een bruut einde aan zijn eigen schuchtere pogingen om als jazz-trompettist door te breken in de clubs van Saint-Germain-des-Prés.

Maar het was toch niks geworden, denkt Dumont achteraf: ‘Ik was niet geschikt voor de jazz, het is een gave die ik niet heb. Ik hield ervan en nog steeds, maar toen ik jong was had je de zwarte jazz en ik was natuurlijk wit. Ik achtte me niet in staat te doen wat zij konden, dacht: het zit in hun bloed, dat ritmegevoel.’ Hij stapte over op de piano en op een ander genre: het chanson, dat in de jaren vijftig een artistiek hoogtepunt bereikte in de Franse hoofdstad, mede dankzij de wisselwerking met de zwarte jazzmusici die de Verenigde Staten waren ontvlucht.

Kinderen van Trenet

Charles Trenet was nu zijn grote voorbeeld, wat ook gold voor een jonge Belg met wie hij vaak optrad in de cabarets van de rive gauche: Jacques Brel. ‘Chansonniers van onze generatie zijn allemaal kinderen van Trenet geweest. Ook Brel vond hem geweldig, we hadden het vaak over hem in de kleedkamer. Het was 1954 of 1955, Brel was nog niet bekend bij het grote publiek, maar in de cabarets had hij al veel succes, terwijl ik nog maar net kwam kijken. Hij was een hele aardige, genereuze man. Een van de bekendste cabarets waar we optraden was L’Échelle de Jacob. Toen Brel net in Parijs was en geen cent te makken had, heeft de eigenaar hem een goede gitaar cadeau gedaan – tot dan toe trad hij op met een oud, versleten ding. Brel is dat nooit vergeten en in de jaren daarna, toen hij al een enorme vedette was, heeft hij ieder jaar een of twee weken gratis opgetreden in L’Échelle de Jacob. Er stond dan een rij van wel honderd tot honderdvijftig mensen.’

piaf01Dumont, die al jong getrouwd was en snel daarna twee zoons kreeg, werd een huisman avant la lettre, zijn vrouw had een baan buitenshuis. Maar in de tweede helft van de jaren vijftig begon hij ook steeds meer succes te boeken als componist, grote sterren als Tino Rossi, Luis Mariano, Bourvil en een nog jonge Dalida zongen zijn werk. Vaak werkte hij daarbij samen met tekstschrijver Michel Vaucaire.Al in 1956 schreven ze Non Je Ne Regrette Rien. Pas vier jaar later, in oktober 1960 mocht Dumont het laten horen aan Edith Piaf, toen het eindelijk, na vele mislukte pogingen gelukt was een afspraak te maken met de chansonnière, die kampte met een hele reeks ernstige gezondheidskwalen en verslavingen.

Piaf was als door de bliksem getroffen toen Dumont het haar voorzong, zoals is te zien in de verfilming van haar levensverhaal La Vie en Rose (Olivier Dahan, 2007). De scène waarin dat is verfilmd komt overeen met hoe het in werkelijkheid was, herinnert hij zich. ‘Al is de jongen die mij speelt niet zo overtuigend. Ik zong toen niet goed, maar toch beter dan hij,’ voegt hij er lachend aan toe.

      Edith Piaf – Non Je Ne Regrette Rien

Het klikte tussen de explosieve ‘straatmus’ en de zachtmoedige, bescheiden Dumont, ze werden onafscheidelijk. Iedere dag rond vijf uur ‘s middags ging Dumont naar het huis van Piaf, die dan net uit bed kwam, en hij vertrok pas rond twee uur ‘s ochtends. In de resterende drie jaar van haar leven zou hij nog zo’n veertig chansons voor haar componeren, waaronder grote successen als Les Flonflons du Bal en Mon Dieu. Van enkele schreef zij zelf de tekst, zoals ze vaker deed, wat wel eens wordt vergeten. Dumont: ‘La Vie en Rose bijvoorbeeld is van haarzelf, de tekst van L’Hymne a L’amour ook, ze heeft heel veel liedjes geschreven, waaronder heel mooie. Aan het begin van de carrière van Yves Montand heeft ze zelfs bijna al zijn chansons geschreven!’

Een van de composities van Dumont waar ze de tekst voor schreef was het bekende Les Amants, dat later ook nog door Willy DeVille op de plaat zou worden gezet. ‘Ik speelde de melodie en zij zong mee, eerst “lalala”, en toen kwamen de woorden. Ze heeft het nooit zelf op haar repertoire gehad, ze schreef het echt voor mij. Ze stimuleerde me om mijn liedjes zelf te zingen en heeft me het podium werkelijk opgeduwd.’

      Charles Dumont & Edith Piaf – Les Amants

Knoopte Piaf met eerdere protegés als Montand en Moustaki een liefdesrelatie aan, de verhouding met Dumont bleef platonisch, zijn huwelijk met Jeannine hield stand. Maar het was toch veel meer dan een werkrelatie. hij beschouwde Piaf als een tweede moeder. Toen ze stierf was hij totaal ontredderd, wist een tijd lang niet wat hij moest.

Vedette

dumont-piafEnkele jaren daarna ontmoette hij tekstschrijver Sophie Makhno, die hem enorm goed bleek aan te voelen. ‘Ze is meer dan een vriendin, een tweede ik, mijn kloon.’

Achteraf bleek Makhno drie dagen voor mijn interview met Dumont plotseling te zijn overleden; hij was daar kennelijk nog niet van op de hoogte gebracht, misschien wel om hem niet uit zijn evenwicht te brengen vlak voor zijn concert in Den Bosch. Samen schreven ze succesvolle chansons als Ta Cigarette après L’Amour, die van Dumont in de jaren zeventig en tachtig een grote vedette maakten, die de grootste zalen vol kreeg. Hij componeerde ook de muziek bij de laatste twee films van Jacques Tati, Barbara Streisand zette een lied van hem op de plaat, het kon niet op. En toch, hij bleef zijn hele verdere leven in de schaduw van Piaf. Het lijkt hem allerminst te deren, al zegt hij zelf liever dat hij altijd in haar licht is gebleven.

      Charles Dumont – Ta cigarette apres l’amour

De platen die Dumont na de dood van Piaf als uitvoerend artiest maakte liggen prettig in het gehoor en waren geknipt voor de hifi-stereo-installaties die in de jaren zeventig een geduchte concurrent werden voor de concertzalen en chansonkeldertjes. De poëtische rauwheid van een Piaf hoorde tot het verleden. Dumont heeft ook zelf Non, Je Ne Regrette Rien gezongen en dan klinkt het ineens veel minder fel en soeverein, eerder berustend. Nee, hij is meer van de intimiteit en stille gevoelens.

Een lied dat beter bij hem past is Je M’en Remets a Toi, dat hij ooit componeerde op een tekst van Jacques Brel. ‘Enkele maanden voordat Edith stierf heb ik Brel ontmoet in Marseille. Na een optreden wilde ik voor het slapengaan nog een glaasje drinken in een jazzclub, Le Corsaire Borgne, en daar zat hij aan de bar. We praatten wat en toen we wilden vertrekken zei ik tegen hem: je moet eens een lied voor Piaf schrijven, daar zul je haar een groot plezier mee doen. Brel antwoordde: “Dat gaan we meteen doen!” In het notitieboekje van de barman heeft hij toen heel snel, misschien in een kwartiertje, de tekst geschreven. ‘Voilà la chanson pour Edith Piaf!’ En het is magnifiek! Het is de mooiste hommage die een man kan krijgen van een vrouw of een vrouw van een man, de woorden ‘Ik lever me aan je uit, ik vertrouw je’. Edith heeft het nooit kunnen zingen, want ze is een maand of drie daarna overleden. Maar ik heb het lied voor haar gezongen door de telefoon en ze was er erg blij mee, wilde het gaan opnemen. Helaas heeft ze dat niet meer kunnen doen.’

flonflonsPiaf en Brel, de bekendste chansonnier en chansonnière van de twintigste eeuw, beiden nog voor hun vijftigste gestorven in oktober. Ze hebben elkaar een paar keer persoonlijk ontmoet. ‘Piaf en ik zijn twee keer naar een concert van Brel in L’Olympia geweest. Ze bewonderde hem enorm en Brel haar ook. Maar omdat ze beiden zulke grote vedettes waren, traden ze bijna nooit op in dezelfde plaatsen. ‘

Het verhaal gaat dat Piaf een hekel had aan Ne Me Quitte Pas, Brels pièce de résistance. ‘Dat heeft ze inderdaad een keer gezegd en dat verhaal is toen een eigen leven gaan leiden, terwijl ze erg hield van de chansons van Brel. Ne Me Quitte Pas vond ze geen viriel lied. Ze vond het niet goed dat een man die zich zo verlaagde: ‘Verlaat me niet, ik wil desnoods de schaduw van je hond zijn, als je maar bij me blijft.’ Dat moest een man niet doen, ze was van mening dat een man een beetje macho moest zijn.’ Hij lacht.

Zaterdag 12 oktober tussen 21.00 en 22.00 uur staat Charles Dumont centraal in een programma van de Concertzender (na uitzending online te beluisteren via Uitzending Gemist).

Op 18, 19 en 20 oktober treedt de inmiddels 84-jarige Dumont op in het Parijse Espace Cardin met een aantal concerten waarin hij een hommage brengt aan Piaf.

© Schift, oktober 2013

Share Button
MAARTEN SLAGBOOM Geschreven door:

Maarten Slagboom is journalist en als eindredacteur verbonden aan de VPRO. Hij werkte voor Radio 1 en publiceerde in onder meer Humo, NRC Handelsblad en het Utrechts Nieuwsblad. In 2018 verscheen zijn bundel 'Motown op legerkistjes'. Bij uitgeverij Atlas Contact verscheen eerder al zijn boek 'Echo'. Zie ook maartenslagboom.nl

Wees de eerste om te reageren

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.