Het is een knullig gemaakt filmpje, maar ik kan m’n ogen er niet vanaf houden. Op tafel liggen een paar placemats, op de achtergrond staat een kamerplant. En daar zit ze, Bessie zelf. Bebrild, het haar opgestoken in een knot, gekleed in een eenvoudige jurk met korte mouwen. Wat er boven haar hoofd aan de muur hangt kunnen we net niet zien, daarvoor wordt net te weinig uitgezoomd. Terwijl haar zoon haar uitlegt dat hij een versie van haar liedje Go Now heeft opgenomen tikt ze wat onrustig op de tafel, het lijkt alsof ze een beetje nerveus is, zich bewust van de camera die op haar staat gericht. Hij moet het haar de vorige keer dat hij haar bezocht al hebben gevraagd. Luister mam, de volgende keer neem ik een cameraatje mee, ok?
Bessie Banks is dan al heel lang uit de schijnwerpers verdwenen. Toch zeker 35 jaar of langer.
Het filmpje blijkt drie jaar geleden geüpload te zijn op YouTube door haar zoon Kevin Banks, die de goedkeuring van zijn bejaarde moeder maar wat graag deelt met zijn gewenste publiek. En, wat vond je ervan, moet hij gevraagd hebben. Bessie Banks geeft haar zoon een high five. ‘I like it,’ voegt ze er lachend ook nog braaf aan toe. Het aalgladde gezang van zoonlief is aan mij bepaald niet besteed – integendeel mag ik wel zeggen – en de achterliggende agenda dringt zich onverbiddelijk aan de kijker op, maar het filmpje ontroert er niet minder door.
Go Now is een van die vele soulliedjes waaromheen een mythe bestaat. Een tragische mythe, dat spreekt. In een brief die werd voorgelezen tijdens de begrafenis van de Engelse soulambassadeur Dave Godin schreef Bessie Banks tien jaar geleden:
‘I remember 1963 Kennedy was assasinated; it was announced over the radio. At the time, I was rehearsing in the office of Leiber and Stoller. We called it a day. Everyone was in tears. ‘Come back next week and we will be ready to record Go Now,’ and we did so. I was happy and excited that maybe this time I’ll make it. Go Now was released and right away it was chosen Pick Hit of the Week on W.I.N.S. Radio. That means your record is played for seven days. Four days went by, I was so thrilled. On Day 5, when I heard the first line, I thought it was me, but all of a sudden, I realised it wasn’t. At the end of the song it was annopunced, ‘The Moody Blues singing Go Now. I was too out-done’.
Sommige verhalen zijn als bekend te mooi om dood te checken, maar hier spreken de feiten helaas wel erg evident tegen. Bessie Banks’ versie verscheen voor het eerst in januari 1964, en de versie van de Moody Blues pas tegen het eind van het jaar, eerst in Engeland en een paar maanden later in de Verenigde Staten. Bessie’s Go Now had intussen allang een grote hit kunnen worden, maar kreeg pas airplay toen het binnen een jaar tijd opnieuw werd uitgebracht (de eerste keer op het Tiger-label, de tweede keer op Blue Cat). De ‘Day 5’ die ze in haar rede beschrijft moeten we dus ook maar overdrachtelijk zien. Het neemt niet weg dat de Britse invasie, zoals de snelle populariteit van Engelse bandjes in Amerika – dit jaar exact vijftig jaar geleden – vaak wordt genoemd, grote gevolgen had voor soulartiesten. De Beatles namen Twist & Shout op nadat ze de versie van The Isley Brothers hadden gehoord, de Rolling Stones namen Time Is On My Side van Jerry Ragovoy luttele maanden op nadat Irma Thomas haar versie had uitgebracht. De aandacht van veel Amerikaanse radio-dj’s verlegde zich naar de overkant van de Atlantische Oceaan.
Parasieten
De tragiek die daarin schuilt voedt de voorliefde voor de originelen, zo ook bij Dave Godin, de muziekjournalist voor wie Bessie Banks haar herinneringen oprakelde. Hij wond zich hevig op over het onrecht dat in zijn ogen aan zijn zwarte helden en heldinnen werd gedaan. De Britse beatjongens, onder wie Mick Jagger die hij nota bene zelf op het spoor van de soulmuziek had gebracht, waren parasieten die rijk werden met gestolen liedjes van zwarte artiesten. Het was Godin die in Engeland juist alles in het werk had gesteld om de Amerikaanse soul onder de aandacht te brengen. Om een idee te geven: hij was het die de term ‘northern soul’ introduceerde, waarmee hij een rage ontketende in de Engelse clubs. ‘Deep soul’ was een andere, een verzamelterm voor onder meer de soul die veelal in het zuiden van de VS werd gemaakt, waar dampende soul zich vermengde met country.
Godin was een vreemde kostganger. Een bleke, slungelige Engelsman, een dierenrechtenactivist die het jainisme aanhing, hevig geïnteresseerd in de psycho-analytica van Wilhelm Reich, niet het type soulkikker dat de dansvloer onveilig maakte. Een snob ook natuurlijk (wie kan met droge ogen beweren dat hij niet een van de vier namen van de Beatles kan noemen), maar wel een die veel voor elkaar kreeg bij platenmaatschappijen en uiteindelijk ook zijn eigen labels. Zijn Londense platenzaak Soul City was invloedrijk. En Godin kon over soul schrijven alsof hij wetenschappelijke conclusies trok na een jarenlange laboratoriumstudie. ‘Deep Soul strives to help us understand what our heads alone cannot always accommodate, and delineates the vicissitudes of the human heart as it searches for what it so desperately yearns for, and what it fears it may never find or secure.’
Go Now was geschreven door Lawrence H. (Larry) Banks, met wie Bessie getrouwd was. Larry – zoon van een gospelzanger die deel uitmaakte van een barbershop-kwartet – was toen al een routinier, hij was bariton in the Four Fellows, beroemd door hun hit Soldier Boy uit 1955. Een van de laatste opnamen die het viertal maakte was als achtergrondzangers voor Bessie, die haar single You’re Still in My Heart in 1957 opneemt onder de naam Toni Banks. Larry had Bessie, geboren Bessie White, leren kennen als zangeres in Three Guys and a Doll. De demo van Go Now, een liedje dat Larry voor haar schreef samen met Milton Bennett, trok de aandacht van het producersduo Leiber en Stoller, waarmee de weg geplaveid was voor succes.
Rond die tijd was het huwelijk van Larry en Bessie al in een impasse terecht gekomen, en een scheiding kon niet uitblijven. Larry vond z’n tweede vrouw in Joan Bates, net gescheiden moeder met jonge kinderen en leadzangeres in The Pleasures, een van de groepen waarvoor hij de platen produceerde. Onder de artiestennaam Jaibi nam hij een paar singles met haar op, waarvan sommige gezamenlijk als het duo Lawrence & Jaibi. Net als voor Bessie schreef Larry Banks voor zijn tweede vrouw Jaibi een liedje dat soulfanaten nog altijd koesteren als een reliek: You Got Me.
You’d better go now. You got me.
Liedjes van overgave. Met protagonisten die zich gewonnen geven. Er zit een soort vertraging in die aanslagen op de piano, het is alsof de muziek zich al gewonnen geeft maar de zangeres twijfelt nog een beetje. Ga nu maar, voor ik volschiet. We’ve already said goodbye. Alleen al uit de manier waarop Bessie goodbye zegt spreekt de innerlijke strijd: we hebben het uitgesproken, maar wat een walgelijk woord. Ik moet me erbij neerleggen, dus hoepel nu maar op.
Tekstgewijs is You Got Me het spiegelbeeld van Go Now. Ook hier rest de zangeres niets anders dan zich maar aan de situatie over te geven. Maar nu is het juist een nieuwe liefde die zo’n sterke aantrekkingskracht heeft dat er geen houden meer aan is. Eigenlijk heeft ze tijd nodig om de verbroken vorige relatie te verwerken, maar ja, hoe gaan die dingen, er wordt geen rekening gehouden met haar tijdschema. Alsof rouw of een ontvlammende liefde zich laat vangen in een afspraak in een agenda! Kom nou toch. Just when I thought I was finally free, you got me. Ook hier weer die onverbiddelijke aanslagen op de piano. Zo weinig zeggenschap heb je over je eigen leven, het idee dat je het leven kunt beheersen en controleren is ijdele hoop. Geef het maar op, verzet je er niet tegen. Bessie wil eigenlijk het liefst dat hij blijft, Jaibi wil eigenlijk het liefst dat hij pas later in haar leven opduikt. En waar Bessie nu is in deze liefdescyclus, zal Jaibi vroeg of laat ook weer belanden.
In de hartverscheurende demo-versie van You Got Me, veertig jaar na opname in 2007 uitgebracht op een cd die Godin vlak voor zijn dood nog aan het samenstellen was onder de titel Larry Banks’ Soul Family Album, moet ze het doen met die aanslagen op de piano. Rauw, kaal, nog een fractie slepender qua tempo, er is ook aan haar stem niets afgevlakt. Op de versie die op single werd uitgebracht krijgt ze bijstand van blazers. Het is alsof de blazerssectie, die acte de presence geeft als het refrein geklonken heeft, goedkeuring geeft: stil maar meisje, het is goed zo. Later in het liedje, als er al helemaal geen weg meer terug is, ondersteunen diezelfde blazers haar al tijdens de woorden van het refrein. I try to fight this burning desire, zingt ze ook nog, haast verontschuldigend. Ik weet het, stil nu maar, het is goed zo. Zo troostrijk kan een liedje zijn, zo vol berusting een paar akkoorden. Muzikale capitulatie.
Het is aan Dave Godin te danken dat Jaibi aan de vergetelheid werd ontrukt. You Got Me noemde hij meermaals het mooiste liedje ooit. En dat Jaibi verder niet zo veel had opgenomen, dat deed daar niets aan af. ‘No matter if you have only ever made one record, or written one book, or made one film,’ schreef hij niet zonder gevoel voor pathos, ‘if that work is a great work of art then your name deserves to be remembered and your memory thanked equally as if you had produced dozens. For, in the creation of a masterpiece, even if it only touches the lives of a few, you have enriched life itself beyond measure, and in this respect, those who benefit in this way have been given a precious jewel of experience to add to all those other magic moments we collect as we journey through life.’
Sensatie
Het zijn grote woorden, maar zonder enige twijfel oprecht en wie You Got Me voor het eerst hoort kan zich er wel iets bij voorstellen. Ik wel, in ieder geval. Zonder enige twijfel draagt juist het feit dat Jaibi maar een handvol liedjes opnam bij aan die sensatie. Bij Jaibi geen latere stijlbreuken, geen knievallen voor de commercie, geen ondeugdelijke samenwerkingsverbanden die de glans van het eerdere werk haalden. In veel muziekliefhebbers schuilt ergens zo’n snob vrees ik. Ik herinner me dat ik heel instemmend zat te knikken toen ik ergens halverwege de jaren tachtig in de NME las dat Robert Smith hardop durfde te zeggen dat hij zo graag had gewild dat David Bowie na het voltooien van zijn Berlijnse trilogie onder een tram was gekomen. En hoezeer ik Dusty Springfield die comeback ook gunde, moest dat nu echt met die bloedeloze synthi-jongens van The Pet Shop Boys? Dat de glans er bij Jaibi en Bessie Banks niet afging (hoewel de laatste, psst, halverwege de jaren zeventig nog een aantal volvette disco-tracks opnam die weinig opzienbarend zijn) danken we niet aan puriteinse opvattingen of fatale verkeersongevallen, maar aan het gezinsleven. Beide vrouwen werden op zeker moment veel te veel in beslag genomen door de zorg voor hun kinderen om nog serieus werk te maken van hun zangcarrière.
Toen de kinderen wat ouder waren gingen Jaibi studeren om vervolgens als computer-programmeur voor verschillende bedrijven aan het werk te gaan. Niet lang na haar scheiding van Larry werd ze ziek. Ze stierf in 1984 op haar 41e, aan de gevolgen van leukemie. Larry Banks bleef platen opnemen en produceren in de jaren zeventig en tachtig, en overleed in 1992, 60 jaar oud. Dave Godin overleed in 2004, maar niet nadat hij de succesvolle, indrukwekkende reeks Deep Soul Treasures had uitgebracht die luisteraars zoals ik op het spoor brachten van zangeressen als Jaibi en Bessie Banks.
Corey, de jongste zoon van Larry en Joan (Jaibi) maakt sinds medio jaren negentig hiphop-platen onder de naam Corey Drumz. Hij droeg een site op aan zijn ouders, waar de handvol liedjes is te vinden dat ze samen opnamen. ‘I put this site up to show the full spectrum of my musical background which spans from my parents to me, and then to my children. Both of my parents are deceased, so these songs are very special to me. My children never got a chance to meet their grandparents, so these songs will help them get to know the greatness that they were born with. I hope you enjoy these classics. I love you mom and dad. Your son and biggest fan. Corey’. Vorig jaar nam hij een nummer op waarin hij het liedje Don’t You Know verwerkt waarmee zijn moeder in 1964 debuteerde als leadzangeres van The Pleasures, geschreven door z’n vader.
Alleen Bessie is er dus nog, ergens daar aan die keukentafel in een Amerikaanse stad. Zesenzeventig moet ze zijn. Misschien zingt ze het nog wel eens, daar in dat huis. I don’t want you to tell me/ Just what you intend to do now/ ‘Cause how many times do I have to tell you/ Darling, darling/ I’m still in love/ With you now?’
Anders dan Larry en Jaibi heeft zij de hernieuwde belangstelling voor haar werk mogen meemaken. Vanaf halverwege de jaren negentig, met het verschijnen van de reeks Deep Soul Treasures, verandert er iets. ‘Through him, I started receiving fan mail from England, which made me feel wonderful,’ schreef ze in de tekst die bij Godins begrafenis werd uitgesproken. ‘I couldn’t believe how fast things happened because of Dave. I remember in the 90s this old lady was still on the scene with Go Now being used in a movie entitled, what else, Go Now. Wow!!!!!!!!!!!!!!!!!! (blows my mind)’.
Wie die grote hoeveelheid uitroeptekens ziet weet dat er, al was het alleen maar in haar eigen beleving, het nodige is rechtgezet.
© Schift, juni 2014
Wees de eerste om te reageren