De wereld moet een andere richting kiezen om te kunnen overleven, vindt de Braziliaanse fotograaf Sebastião Salgado. Wim Wenders maakte over deze inspirator de documentaire The Salt of the Earth – een merkwaardig afstandelijke film over een man die na de genocide van Rwanda de schoonheid van de wereld moest herontdekken.
Een kwarteeuw geleden stuurde een vriendin mij een ansichtkaart met op de voorkant een foto van een kind en een man met vleugels, misschien van echte veren, en puntvormige hoofddeksels op hun hoofd. De tanige figuren staan in een bergachtig, droog landschap. Het kind kijkt vragend naar de man, die op zijn beurt vastbesloten en serieus kijkt. Wat de vogelkostuums ook betekenen, duidelijk is dat ze deel uitmaken van hun leven. Op de achterkant las ik een vriendelijke maar dringende tip om de foto in het echt te gaan bekijken, plus een plaatsbepaling van het beeld: Ecuador. De tentoonstelling heette Outras Americas en de fotograaf Sebastião Salgado. Toen ik het gelijknamige boek in handen kreeg, vond ik daarin een andere foto die met de ansichtkaart rijmt: een heuveltop waarop twee van achteren gefotografeerde figuren in poncho’s staan, hun armen uitgespreid alsof ze op elk moment kunnen wegvliegen. Een balansoefening of een ritueel?
Dat was voor mij het prille begin van een intensieve kennismaking met Latijns Amerika en met de Braziliaanse fotograaf die mijn beeld van het continent voorgoed zou veranderen. De foto’s werden voor mij de visuele pendant van de dromerige en toch onmiskenbaar politieke anekdotische verhalen die de Uruguyaanse schrijver Eduardo Galeano over het continent vertelt in onder meer El Libro de Los Abrazos (‘Het boek der omhelzingen’). Ik reisde de verhalen en beelden achterna en verbleef – met tussenpozen van jaren – eerst in Mexico, daarna in Brazilië.
In dezelfde periode waarin de vogelachtige Mexicanen op Salgado’s foto’s mijn nieuwsgierigheid wekten, raakte ik in de ban van de films van Wim Wenders. Ook hij is beslissend geweest voor de manier waarop ik naar film kijk. Die twee belangrijke figuren komen nu bij elkaar in The Salt of the Earth, een documentaire over Salgado, geregisseerd door Wenders en Salgado’s zoon Juliano Ribeira Salgado.
Carrièreswitch
De film, die op het filmfestival van Cannes de Un Certain Regard-juryprijs won, toont de boog van het leven van Salgado: van ontwikkelingseconoom tot milieubeschermer. Wat daar tussenin ligt is zijn carrière als een van de beroemdste documentairefotografen van nu. De aanvankelijke verteller is Juliano, die als kind zijn vader sporadisch meemaakte. Zijn kindertijd overlapte met de radicale carrièreswitch die Salgado maakte van econoom naar documentaire-fotograaf; in beide functies reisde de vader continu de wereld rond. Brazilië had hij al ruim voor Juliano’s geboorte verwisseld voor Parijs, de stad waar hij met zijn vrouw Lélia zou blijven wonen. Als linkse activisten waren zij halverwege de jaren zestig uitgeweken voor de militaire dictatuur die daarna nog lang het land zou beheersen.
Dat Salgado als prille dertiger het medium fotografie ontdekte dankt hij aan een toeval. Op zijn reizen in opdracht van onder meer de Wereldbank begon hij vrij spontaan en eerst voor zichzelf foto’s te maken met een toestel dat hij van zijn vrouw geleend had. De foto’s kregen snel de verdiende aandacht – de jaren zeventig waren nog hoogtijdagen van de documentairefotografie in de geprinte media – en na een tijd waagde hij de overstap tot fulltime fotograaf.
Het is jammer dat Juliano’s rol als protagonist halverwege blijft steken. Zijn stem is zelden te horen, en als hij al te horen is, dan is dat verslagleggend, niet vragen stellend of actief commentaar leverend. De film bestaat vooral uit Salgado’s beeldencavalcade, afgewisseld met historische en huidige filmclips. De fotograaf neemt de kijker – zakelijk, afstandelijk – mee langs zijn projecten. Zijn levensverhaal is daarin vervlochten maar blijft ondergeschikt. Hij vertelt wat hij zag, waar en in welke context; zijn reflectie is algemeen van aard.
Opvallend wordt die afstandelijke aanpak als hij over Rwanda vertelt. De gruwelijke genocide in het land deed iets in hem kapot gaan, vertelt hij op een kalme toon. Kennelijk heeft de tijd zijn werk gedaan. Pas als hij anekdotes aanhaalt over mensen die hij tijdens zijn reizen ontmoette, toont de fotograaf zijn engagement.
Oorlogen, crisissituaties, de hele menselijke misère: Salgado tot en met Rwanda. Daarna: de schoonheid van de wereld die hij moest herontdekken, de natuur, dieren, planten – onderwerpen waarmee hij zich tegenwoordig bezig houdt. Het ongerepte tegenover de hopeloze vernieling door de mensen. Hij was en blijft een getuige, gedreven door nieuwsgierigheid en de wil om iets aan de wereld te veranderen. Niet met fotografie, maar met wat die mogelijk maakt. Zoals hij in het voorwoord van zijn boek Migrations schrijft: hij vertelt ‘verhalen over onze tijd’. Voor mij blijft Outras Americas het project waarin die intentie je het dichtst op de huid zit. Misschien juist omdat het hier om lokale gemeenschappen gaat die weinig aandacht in de dagelijkse media krijgen. En misschien omdat dit het project was waarmee Salgado zichzelf als fotograaf pas echt ontdekte en compassie leerde voelen met een wereld waarmee hij als zoon van een plantagehouder uit het zuiden van Brazilië niet in aanraking was gekomen. Nu reisde hij naar het noordoosten van het land en maakte daar de destijds groeiende protestbeweging van landloze boeren mee. De sympathie met die beweging mondde uiteindelijk uit in een boek.
Hoop
The Salt of the Earth is bepaald niet de eerste documentaire over Salgado. In 1993 maakte BBC de documentaire Looking Back at You naar aanleiding van het project Workers. De documentaire neemt de kijker op een reis naar de plekken waar Salgado heeft gefotografeerd en laat gefotografeerden aan het woord. Op de achtergrond vertelt Salgado over de keuzes die hij maakte voor bepaalde sectoren van manuele arbeid in verschillende werelddelen. Hij spreekt heel respectvol over de arbeiders en legt er veel nadruk op dat manueel werk een vak is dat kennis en kunde vereist. Volgens Robert Pledge van Contact Images, het fotobureau waarvoor Salgado destijds werkte, is zijn contact met mensen vol begrip, tederheid zelfs. Dat de fotograaf mensen die in eenvoudige omstandigheden leven waardeert weerspiegelt zich in de manier waarop hij hen voor de camera wil hebben. Vaardigheid, daar gaat het om.
Bij het verschijnen van Migrations in 2000 werd nog een documentaire gemaakt, The Spectre of Hope. Daarin gaan Salgado en John Berger in gesprek met elkaar over de foto’s en de staat van de wereld die Salgado daarin vastlegt. Berger verwoordt Salgado’s motivatie als: ‘ja’ zeggen aan de wereld omdat hij bestaat. Daarmee accepteert hij de toestand in de wereld niet, maar wel dat hij in die wereld leeft. En omdat hij erin leeft, wil hij met zijn werk hoop geven. ‘Hoop’, zegt Berger, ‘is niet hetzelfde als optimisme.’ Het is ‘een vlam in het donker’.
Salgado beaamt de analyse van zijn geestverwant. Mensen op de vlucht, zegt hij, zijn in transitie om deel uit te blijven maken van het leven. ‘Ze zijn onderweg zonder te weten waarom. Zij en hun acties zijn niet de reden, de reden is iets anders.’ Oorlogen. Natuurrampen. Economische ontwikkeling. De fotograaf voelt een verantwoordelijkheid tot participatie. ‘Om te kunnen overleven moet de wereld een andere richting kiezen. Wat mijn foto’s laten zien is niet de goede richting.’ Die conclusie doet hem enkele jaren later een overstap maken van waarnemer tot activist.
Maar eerst nog terug naar The Salt of the Earth. Het verschil tussen deze en de oudere documentaires is opvallend. De eerdere films zijn vol leven, vragen, uitdaging. Daarmee vergeleken is Wenders’ film een geruisloos verslag zonder contrapunt. Andere stemmen zijn niet te horen, bijvoorbeeld stemmen van mensen voor wie Salgado’s beelden veel hebben betekend. Of de stemmen van zijn critici. Een aantal jaar geleden woedde in de media een discussie over Salgado’s manier van fotograferen. Hij zou de ellende esthetiseren en er bovendien goed geld mee verdienen, een beschuldiging waarop de fotograaf destijds alleen laconiek kon reageren. In een interview uit 2000 in De Volkskrant zegt hij: ‘Wat moet ik dan doen? Slechte foto’s gaan maken? Mijn tentoonstellingen armoedig presenteren?’ Dat is kennelijk te lang geleden om in de film aan bod te komen.
De afstand in tijd is voelbaar: hij vertelt, maar duidelijk is dat hij niet meer dezelfde emotie voelt als toen hij aan zijn grote sociaal-documentaireprojecten werkte. Projecten die genoeg opbrachten om er scholen mee te stichten en andere ontwikkelingsprojecten op te zetten. En om de oude boerderij van zijn vader te redden van vergevorderde verwoesting: het grote voornemen van Salgado en zijn vrouw Lélia van de laatste decennia. Lélia is nog een afwezige aanwezige in de film. Zij wordt getoond als de vrouw-van met wie hij weliswaar al langer samenwerkt en die een beslissende betekenis voor Salgado’s carrière heeft gehad, maar een eigen stem krijgt zij evenmin als zoon Juliano. Alleen sporadisch komt Leila in beeld, en op die momenten vult ze Salgado aan, vertelt ze geen eigen verhaal vanuit haar eigen perspectief. Ook zij houdt zich aan de feiten.
Tragedie
Het is inderdaad de contemplatie over wat het met je doet als je mensen ziet doodgaan die in de film ontbreekt, zoals een filmcriticus in The New York Times schrijft. Wenders noteert de gevolgen van rampen en oorlogen en noemt het effect op de fotograaf, niet meer dan dat. De Amerikaanse criticus haalt Susan Sontag aan: iemand zien doodgaan is de maat van de afstand tussen de dode en de kijker. Voor Salgado was het een tragedie, het wás een menselijke tragedie, en het einde van iets. De afstand tot de doden, het zinloze, waanzinnige moorden werd hem onverdraaglijk. Hier was geen kans tot de betrokkenheid die zijn drijfveer was in de vroegere projecten. Daarmee was hij niet de eerste documentairefotograaf die te veel had gezien om op oude voet door te kunnen gaan. Ook de Engelse oorlogsfotograaf Don McCullin verliet de brandhaarden van de wereld en concentreert zich nu op landschapsfotografie. Te gedesillusioneerd, net als Salgado.
Over zijn rol als fotograaf zegt McCullin: ‘I’m not a reporter but a person who recorded time and events – and, sadly, tragedy.’ Salgado zou bijna hetzelfde kunnen zeggen: hij is iemand die tijd en de nasleep van gebeurtenissen vastlegde. Want hoe verschillend de onderwerpen van zijn grote fotoprojecten ook zijn, ze hebben met elkaar gemeen dat ze om de achterkant van het nieuws gaan, het ‘andere’ zoals in Outras Americas. Arbeiders die de wereldeconomie draaiend houden in Workers, migranten, vluchtelingen en ontheemden in Migrations. En, zijn omslag, ‘mensen die nog leven zoals in het begin van de tijden’ in Genesis, een groots project over de ongerepte wereld, die door ontwikkeling en oorlogen nog niet is aangetast. Een project dat voor Salgado zo mogelijk nog persoonlijker was dan de zoektocht naar de gezichtlozen van zijn eigen continent. The Salt of the Earth laat er geen twijfel over bestaan dat Salgado dankzij Genesis weer een rol voor zichzelf als fotograaf zag weggelegd.
In zijn TEDtalk uit februari 2013 maakt Salgado duidelijk dat zijn hernieuwde hoop geboren werd met het idee om het landgoed van zijn familie een nieuw leven te geven en zich in te zetten voor de redding van het regenwoud. De Salgado’s herplantten er bomen en zetten een inmiddels nationale milieuorganisatie op, Insituto Terra. Gepassioneerd vertelt Salgado over de noodzaak van dat project voor de toekomst van de aarde en de mensen daarop. Hij wil aantonen dat de verwoesting van de aarde omkeerbaar is: het regenwoud is te redden. Een pleidooi van een heel andere intensiteit dan het verslag erover in The Salt of the Earth. In de TEDtalk is de fotograaf weer herkenbaar als de geëngageerde ontdekker van de noden van de wereld, en als de activist die bereid is alles op alles te zetten om iets eraan te doen. En als inspirator, net als die ene ansichtkaart mij een inspiratiebron voor het leven gaf.
© Schift, januari 2015
Wees de eerste om te reageren