Mark Stewart van The Pop Group: ‘Het leven is politiek’


In de jaren tachtig was ik dj bij de gerenommeerde Amsterdamse gelegenheid Mazzo, die bekend stond als een kunstzinnige new waveclub. We draaiden echter zeer breed en ik was dan ook altijd op zoek naar nieuwe avontuurlijke klanken. Die vond ik bij onder andere Pig Bag, Rip Rig & Panic en later bij Mark Stewart. Eerstgenoemde bands behoorden tot de eerste Engelse bands die op een DIY-manier met funk en jazz aan de gang gingen, precies zoals punks zelf de gitaar ter hand namen. Deze mensen bleken een verbinding te hebben met The Pop Group, een Engelse band die in de late jaren zeventig met z’n punkfunk grote indruk wist te maken op een kleine groep mensen. Ik behoorde daar ook toe, maar moet bekennen dat ik The Pop Group in 1982 alweer totaal vergeten was. Totdat al deze swingende en redelijk ongewoon klinkende off-shoots hun platen begonnen uit te brengen.
Mark Stewart
Binnen de muziekgeschiedenis van na de punkexplosie neemt The Pop Group met zijn avontuurlijke postpunk-klanken een aparte plaats in. Zanger Mark Stewart startte na het uiteenvallen van de band in 1980 een carrière als Mark Stewart & The Maffia. Onder deze naam trad hij in de jaren tachtig regelmatig op in Nederland. Sinds 2010 is The Pop Group weer actief met – bijna – de volledige originele line-up. Afgelopen oktober toerden ze door Engeland en kwamen er twee albums met oud materiaal uit van de band uit. Voor 2015 is een geheel nieuwe plaat aangekondigd.

Obstinaat

In het voorjaar van 1983 rijd ik samen met collega Tony van der Veen naar de Gigant in Apeldoorn om daar voor het blad Vinyl producer Adrian Sherwood en Mark Stewart te interviewen. Mijn gesprek met de dan 22-jarige Stewart verloopt niet makkelijk. Hij is in een obstinate bui. Hij vertelt onder meer dat hij The Pop Group nooit als een echte band zag. Ook komt zijn voorliefde voor (politieke) tegenstromingen als Action Direct en Greenpeace duidelijk naar voren.

Ruim dertig (!) jaar later spreek ik hem weer en is hij een gepassioneerde spraakwaterval. Hij steek zijn enthousiasme over de hereniging van The Pop Group niet onder stoelen of banken. Hij begint direct over de goede support die de band altijd kreeg in Nederland en België en herinnert zich zelfs een optreden in de Melkweg waar de televisie bij was.

‘In de tijd van de punkexplosie in Engeland was de meeste mainstream-muziek progrock. Wij als tieners hadden daar niets mee. Niemand van ons wilde dan ook in een band spelen. Maar plotseling heerste er overal in Bristol een DIY-sfeer. Vrienden van ons zaten in The Cortinas en die band volgden we overal, tot in Londen waar ze in de Roxy speelden. Ook zagen we Paul Simenon van The Clash met allemaal stickers met slogans op zijn basgitaar. We besloten toen ook een band te beginnen en die The Pop Group te noemen, als een soort van situationistisch statement. We wilden geen traditionele punk spelen. Punk betekende namelijk voor ons experimenteren en veranderen. Daarom gingen we aan de slag met funk, dub en freejazz.’

  Naast Joy Division kwam er ineens een ander postpunkgeluid uit Engeland. Dat was allereerst te horen op het debuutalbum Y. Niet alleen de schreeuwerige zang van Mark Stewart en de arrangementen baarden opzien, ook de hoes en de bijgeleverde poster met foto’s van oorlogen, executies en honger lijdende mensen.

Een jaar later verscheen For How Much Longer Can We Tolerate Mass Murder. Op het label in het midden van de plaat stond een variant op de beroemde ‘Falling Soldier’-foto van (oorlogs)fotograaf Robert Capa en op de hoes zijn het vooral oorlogszuchtige krantenartikelen die de aandacht trekken. Op de plaat staat onder andere One Out Of Many, een song samen gemaakt met The Last Poets, de grondleggers van de politieke, protest-getinte hiphop.

Bij het verschijnen van het derde album We Are Time was de band al bijna uit elkaar. Het is een compilatie met oud studio- en livemateriaal, sober verpakt in alleen een zwarte hoes. De laatstgenoemde albums kwamen uit op het eigen label Y Records in combinatie met distributie door Rough Trade.

Mark Stewart: ‘The Pop Group was altijd onafhankelijk. Dat is de enige manier voor ons om ons eigen ding te kunnen doen. Ik heb in dat opzicht dan ook enorm respect voor een Nederlandse band als The Ex. Ik woonde in hetzelfde huis als Jeff Travis toen hij het onafhankelijk distributiesysteem Rough Trade opzette. Daar wilden wij graag met ons Y-label deel van uit maken.’

Voor het uitbrengen van oud en nieuw materiaal heeft The Pop Group nu het label Freaks R Us opgericht. Als eerste verscheen hierop We Are Time, tegelijk met de compilatie Cabinet Of Curiosities waarop niet eerder verschenen versies van oudere tracks staan. Deze twee releases zijn vooral door crowdfunding, via Pledge Music, tot stand gekomen.
The Pop Group in 2014

In 2010 kwam The Pop Group voor het eerst na de split weer bij elkaar. En nog steeds maken Gareth Sager (gitaar), Bruce Smith (drums) en Dan Catsis (bas), die na Y Simon Underwood verving, samen met Stewart muziek. Voor februari 2015 is zelfs een compleet nieuw album aangekondigd: Citizen Zombie. De band zelf heeft voor zijn toekomst een heel plan gemaakt waarin ook plannen voor de heruitgaven van Y en For How Much Longer… zijn opgenomen.

Complottheorieën

The Pop Group was een behoorlijk politiek bewuste band. In 1983 zei Mark Stewart al dat hij muziek speelde om mensen aan het denken te zetten en dat hij met het idee speelde een boek te schrijven over complottheorieën. Hun Engelse tour van afgelopen oktober stond in het teken van de Campaign Against Arms Trade (CAAT) en ook een deel van de albumopbrengsten gaat naar de CAAT.

Voor Mark Stewart is dat de gewoonste zaak van de wereld. ‘Politiek zit voor mij in het leven. Zodra je ’s morgens de gordijnen opendoet gebeurt het allemaal in de wereld. Ik kan daar niet omheen. Je kunt niet in het Westen wonen en dan doen alsof de rest van de wereld niet bestaat.’

Sommige oude Pop Group-nummers die gaan over Nixon of Cambodja, zoals Feel The Hunger, klinken gedateerd. Mark Stewart: ‘Dat probleem zien wij ook en we hebben vaak discussies daarover. Volgend jaar komt For How Much Longer.. opnieuw uit. De oorspronkelijke hoes zag er uit als een soort krant met koppen en artikelen over Cambodja en hongersnood, de typische problematiek van die jaren. Ik wil nu graag de hoes aanpassen en laten bedrukken met statements van deze tijd.’

In het voorjaar van 1980 stond The Pop Group in een halflege Paradisozaal. Vinyl schreef daar toen over: ‘De confrontatie van het Nederlands publiek met The Pop Group lijkt mislukt, de vonk slaat niet over.’ Korte tijd later wordt de groep ontbonden.

De bandleden vliegen uit en een jaar later blijkt dat uit de as van The Pop Group een aantal vernieuwende acts zijn verrezen. Als eerste is daar Pig Bag. Hun James Brown-achtige instrumental Papa’s Got A Brand New Pig Bag (1981) wordt een grote dansvloerhit. Na een aantal singles is het echter einde verhaal. Rip Rig & Panic gaat langer mee. Genoemd naar een nummer van Ronald Kirk, is bij hen de jazz niet ver weg en dat geldt ook voor de funk. Naast Pop Group-leden Bruce Smith en Gareth Sager maakt ook Neneh Cherry een tijd deel uit van deze band. Maximum Joy bestaat uit leden van The Pop Group en Glaxo Babies, een groep wier muziek dicht bij die van The Pop Group ligt. Ze maken één album waarna de band in 1983 stopt. Ook het reggae-achtige Float UP CP is geen lang leven beschoren. The New Age Steppers houden het een flinke tijd vol. Het bonte gezelschap bestaat uit leden van de vrouwenband The Slits en The Pop Group. Reggae voert de boventoon. Mark Stewart speelt ook even in deze band. Na The Pop Group neemt hij in 1982 onder de naam Mouth2 een single op. Een jaar later begint zijn carrière als Mark Stewart & The Mafia. Zijn entourage bestaat vanaf dan uit illustere muzikanten als gitarist Skip McDonald, bassist Doug Wimbish en drummer Keith Leblanc. Mannen die via hun werk voor Sugar Hill Records en Tommy Boy aan de basis van de hiphop stonden. Ook werkt hij veel met producer Adrian Sherwood, de man die dub-muziek tot in het extreme beheerst. In 1983 komt op het On-U Sound-label van Adrian Sherwood, het eerste album uit, Learning To Cope With Cowardice. Het slaat in als een bom en dertig jaar later, anno nu staat het nog steeds als een huis.

 

Mark Stewart heeft veel in Nederland opgetreden. Meestal met The Maffia, maar ook onder de naam Tackhead of met iemand als Gary Clail, een producer die verder ging dan Adrian Sherwood. Zo draaide ik een keer als dj in Paradiso terwijl Gary Clail naast mij al mijn muziek van electronische dubeffecten voorzag. Het waren altijd mensen van rond het On-U Sound-label.

Dit soort dingen is hij blijven doen naast The Pop Group. Hij werkt nog steeds met Adrian Sherwood en met Skip McDonald zat hij nog recent in de studio. Stewart heeft nog regelmatig contact met Jalal van The Last Poets. Vorig jaar werkte hij met Richard Hell en voor de nabije toekomst staat er iets gepland met jazzpianist Cecil Taylor. Mark Stewart is kortom alive & kicking en lijkt The Pop Group helemaal niet nodig te hebben. Maar dan verzekert hij me dat het werken met The Pop Group een geweldige ervaring is en dat zijn medemuzikanten ‘mind blowing’ zijn. ‘We gaan gewoon door met experimenteren.’

© Schift, december 2014

Share Button
OSCAR SMIT Geschreven door:

2 Reacties

  1. Avatar
    Patrick
    13 december 2014
    Antwoord

    Prachtig interview – wil middels deze post wel graag wat feitelijke onjuistheden corrigeren:

    Mark Stewart en Adrian Sherwood begonnen inderdaad samen te werken in 1979/’80. Mark verschijnt met een versie van ‘Crazy dreams & high ideals’ op de 1e LP van Sherwood’s ON.U Sound label: New Age Steppers.

    Zoekend naar een passende naam voor de samenwerking/Mark’s outing wordt in eerste instantie de werknaam ‘Sid Slave & the Captives’ gehanteerd. Hier zijn ook (nimmer uitgebrachte) opnamen van. De naam wordt later gewijzigd in Mark Stewart & the Maffia.

    In tegenstelling tot wat in je artikel staat bestaat de Maffia in eerste instantie uit leden van New Age Steppers/Singers & Players/Creation Rebel. In die zin was Sherwood’s ON.U Sound ook meer een muzikantencollectief dan een puur label. De 12″ ‘Jerusalem’ (1982) en het inmiddels vermaarde ‘Learning to cope with cowardice’ album (1983) is dan ook meer reggae georiënteerd dan latere releases.

    Na de brutale moord op Sherwood’s mentor en vriend Prince Far I in 1983 wil Sherwood even niks meer met reggae te doen hebben. Hij gaat met andere genres experimenteren en komt (niet toevallig via Mark Stewart) tijdens een mix-sessie voor het vermaarde old school hiphop label Tommyboy in contact met Keith LeBlanc. We schrijven dan 1984. De kennismaking met Doug Wimbish en Skip McDonald volgt snel. Spoedig zullen de drie naar Londen verkassen…

    • Avatar
      Patrick
      13 december 2014
      Antwoord

      De originele Maffia line up tot de heren LeBlanc/Wimbish &McDonald in beeld kwamen:

      Slagwerk: Charles “Eskimo” Fox (Creation Rebel)
      Bas: Evar Wellington (o.a. Singers & Players/Dub Syndicate),
      Toetsen: Desmond “Fatfingers” Coke
      Percussie: Bonjo Iyabinghi Noah (African Head Charge)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *