In zijn nieuwe show Oh My God stelt komiek Louis C.K. de vraag: ‘Waar ben ik eigenlijk toe in staat?’ Vlak daarvoor heeft hij geconstateerd dat hij in een onbehouwen klootzak verandert zodra hij in een auto stapt. Hij wenst andere weggebruikers die hem dwars zitten, de meest vreselijke dingen toe. Dingen die je nooit tegen iemand zou zeggen als hij vlak naast je stond. Zoals:
‘Hey fuck you! Worthless piece of shit!’
‘Ik denk graag van mezelf dat ik een aardig iemand ben,’ zegt hij. ‘Maar ik weet het niet, man.’ Het hangt ook maar af van de context, stelt hij. ‘Als moord legaal was, misschien zou ik dan wel een paar mensen vermoord hebben. Ik weet het niet. Ik denk graag dat ik dat nooit zou doen. Maar we hebben de wet die moord verbiedt, echt wel nodig.’
C.K. (eigenlijk Szekely, geen wonder dat hij het heeft ingekort) is een stand-up-komiek die geen blad voor de mond neemt. Zo wijdde hij zijn optreden bij de Comic Relief-benefietshow voor slachtoffers van de orkaan Katrina grotendeels aan een opmerking die hij eens naar zich toe geslingerd kreeg: ‘Suck a bag of dicks!’ Hij ging uitvoerig in op het concept van een zak vol lullen en hoe je die dan zou moeten afzuigen (‘moet je ze laten klaarkomen?’), en eindigde zijn 6 minuten met de constatering dat zijn vrouw hem niet wil pijpen – iets waar hij alle begrip voor heeft.
Als je C.K. tekeer hoort gaan tegen de assholes en dicks die hij tegenkomt, over wat er allemaal wel niet shitty is in de wereld, kun je het idee krijgen dat hij de zoveelste galspuiende komiek is die met veel sarcasme klaagt over anderen. Maar dat is niet zo. Bij Louis C.K. is cynisme niet de grondhouding, eerder verwondering. Hij kan zich opwinden, maar vraagt zich dan toch vooral af waaróm mensen zich zo gedragen als ze doen. En hij kan de meest vreselijke dingen zeggen, maar doet dat met een innemende vrolijkheid die alles ook gelijk relativeert.
Het grootste verschil is nog wel dat C.K. vooral ook zichzelf niet spaart. Hij heeft het uitgebreid over zijn onhebbelijkheden, zijn te dikke, onaantrekkelijke lichaam, zijn slechte gewoontes, zijn slechte of domme gedachten. ‘Ik ben echt stom’, zegt hij ergens in een van zijn shows. ‘En dat zit me dwars. Het is stomheid gevolgd door zelfhaat en daarna zelfanalyse. Ik heb stomme gedachten, dan denk ik: wat is er verdomme toch met je aan de hand, en dan zoek ik uit hoe het kan.’
Hij vertelt bijvoorbeeld hoe hij ‘s ochtends vette kippenpootjes eet, zich dan aan ijs tegoed doet, zich aftrekt en dan de rest van de dag uit schaamte niet meer naar buiten durft te gaan. (Klinkt misschien niet leuk, maar C.K. kan het érg grappig brengen.) Hij bespreekt zijn lichamelijke achteruitgang: dat zijn kringspier niet meer goed werkt bijvoorbeeld. En hij heeft het over zijn morele tekortkomingen. Hij zou graag een beter mens willen zijn. Hij gelooft in allerlei nobele ideeën, maar handelt er niet naar. In één van zijn beste shows, Live at the Beacon Theater, zegt hij:
‘I have a lot of beliefs, and I live by none of ’em. That’s just the way I am.’
En even verderop, nadat hij iets heel erg vreselijks heeft gezegd:
‘Yeah, I’m not a good guy. I wish I was a good guy. I like the idea of being a good guy.’
Ook als hij anderen op de hak lijkt te nemen, gaat het bij C.K. meestal uiteindelijk over hemzelf. In een fragment dat een hit werd op YouTube, een optreden bij Conan O’Brien – dat bekend staat als ‘Everything’s amazing and nobody’s happy’ – stelt Louis vast dat er niet eerder zulke fantastische technologische snufjes beschikbaar waren, maar dat we zulke verwende idioten zijn dat we niet beseffen hoe geweldig de wereld nu is. Mensen klagen als ze iets willen zien op hun smartphone, en langer dan een fractie van een seconde moeten wachten.
‘Ik zat in een vliegtuig dat een snelle internetverbinding had. Je kon je laptop openen en YouTube-filmpjes bekijken. Toen was er een storing, ze boden hun excuses aan dat het even niet werkte. De man die naast mij zat, zei: pffff, dit is bullshit. Zó snel is de wereld hem al iets verschuldigd waar hij nog maar 10 seconden het bestaan van wist.’
Als kijker dacht je: hij heeft gelijk, wát een idioot. Maar in een interview gaf Louis CK later toe dat er in dat vliegtuig helemaal niet iemand naast hem zat die dat zei. Het was Louis zelf die meteen kwaad werd toen de beloofde internetverbinding niet werkte. ‘Ik was woedend. En ineens dacht ik: wacht eens even, waarom ben je hier zo boos over? Het was al ongelooflijk dat het überhaupt mogelijk was. Dat was een soort openbaring voor mij. Ik ging dingen anders bekijken. Zoals wanneer er een vertraging is bij het opstijgen van je vliegtuig: dan heb je er niets aan als je kwaad wordt. Je kunt beter denken: dit is nu zo goed als het is. En dat is behoorlijk goed.’
C.K. kreeg eens de vraag waarom hij eigenlijk die donkere kant van zichzelf verkent. ‘Ik vind dat een positieve onderneming’, antwoordde hij. ‘Als je mensen meeneemt naar een plek waar ze bang voor zijn, in hun gedachten, en je laat ze daar lachen, dan is dat positief. Omdat het een aantal dingen demystificeert die eng zijn.’
Dolfijnen
Veel komieken zijn op jonge leeftijd op hun best. Dan lopen ze over van energie, hebben ze veel te vertellen, zijn ze origineel. Later vallen ze in herhaling, worden ze gemakzuchtig, gaan ze mainstream films of tv-series doen en gaan de scherpe randjes er vanaf. Kijk naar oude shows van bijvoorbeeld Eddie Murphy of Steve Martin en je valt van je stoel, zo grappig waren ze. (Een andere held, Eddie Izzard is helaas ook al een beetje over zijn hoogtepunt heen.)
Bij Louis C.K. is juist het tegenovergestelde het geval. Dat wordt duidelijk als je oude filmpjes op YouTube, uit de jaren negentig bijvoorbeeld, maar ook van pakweg tien jaar geleden, vergelijkt met zijn nieuwe materiaal. Hij is origineler, heeft zijn eigen stijl verder ontwikkeld, is eerlijker, scherper en veel grappiger geworden. Louis is op zijn 45e beter dan ooit.
Hij zal zelf de eerste zijn om toe te geven dat hij als jonge komiek niet zo goed was. ‘Ik had eigenlijk niet zo veel te zeggen’, zei hij er later over. ‘Ik had het over dolfijnen.’
In een toespraak op een avond die gewijd was aan stand-up comedian George Carlin (1937-2008) vertelde C.K. dat hij jarenlang teerde op hetzelfde materiaal. ‘En het was waardeloos, dat verzeker ik je.’ Zijn carrière bereikte een dieptepunt toen hij optrad in Chinese restaurants, waar de klanten niet zaten te wachten op iemand die door hun eten heen praatte.
Het keerpunt kwam toen hij een cd van Carlin beluisterde die over comedy werd geïnterviewd. Het ging onder meer over Carlins bijzondere productiviteit: hij maakte elk jaar een nieuwe tv-special met compleet nieuw materiaal. C.K.: ‘Ik dacht bij mezelf: dat zou ik nooit kunnen. Ik vertelde immers al vijftien jaar dezelfde grappen. Ze vroegen hem hoe hij dat toch deed. Ik spitste mijn oren. Hij zei: ik heb gewoon op een gegeven moment besloten dat ik elk jaar een special maak, en telkens het oude materiaal weggooi; ik begin dan elke keer met niets.’
Dat klonk C.K. als gekkenwerk in de oren. ‘Ik had al die jaren gewerkt aan dat ene klote-uur. Als ik dat weg zou gooien, zou ik niets overhouden. Maar hij gaf me de moed om het te proberen. Bovendien was ik wanhopig, wat moest ik anders? Dus ik dacht: als je de grappen over vliegtuigen en honden weggooit, wat doe je dan? Dan moet je dieper graven. Dan moet je over je gevoelens praten en over wie je bent, en daar grappen over maken. En als je daarmee klaar bent, moet je nog dieper graven. Dan heb je het over je angsten en nachtmerries. Als je daar klaar mee bent, kom je bij de écht rare dingen.’
Hij volgde het voorbeeld van Carlin. ‘Ik dacht: wat wil ik zeggen dat ik eigenlijk niet durf te zeggen? In die tijd worstelde ik ermee vader te zijn. Dus op een avond zei ik: “Ik kan niet vrijen met mijn vrouw omdat we een baby hebben, en onze baby is een fucking asshole”. Het publiek reageerde geschokt. Ik dacht: ik ben op nieuw terrein. Ik zei dat ik eerder nooit begreep dat mensen baby’s bij het afval zetten, maar nu wel. En de mensen lachten. Toen ben ik verder gegaan op die weg. Door hem heb ik nu de moed om op het podium te zeggen wat ik wil.’
C.K., die tot 2005 twee keer een special bij HBO had gehad van een half uur, maakte vanaf dat moment bijna elk jaar een show van een uur met nieuw materiaal: Shameless (2007), Chewed Up (2008), Hilarious (2010), Live at the Beacon Theater (2011) en Oh My God (2013).
Intussen verbaasde hij vriend en vijand met de tv-serie Louie. De sinds 2010 uitgezonden serie is een vervolg op de geflopte sitcom Lucky Louie (2006), dat over het turbulente gezinsleven van een monteur ging.
Waar die eerste serie nog in de vorm van een tamelijk traditionele sitcom was, is Louie volkomen onvoorspelbaar. De hoofdpersoon is losjes gebaseerd op Louis C.K. zelf, die we à la Jerry Seinfeld zo nu en dan zijn comedy-act zien doen. Hij is een gescheiden komiek die met zijn twee dochters in New York woont.
Vrijheid
Louie is door Louis C.K. bedacht, geschreven en geregisseerd. Bij de eerste twee seizoenen deed hij de montage ook zelf. Bij het netwerk FX, dat de serie uitzendt, heeft C.K. de vrijheid bedongen om te doen wat hij wil. Een klein wonder in de tv-wereld, waarin de omroepbazen zich normaal gesproken overal mee bemoeien.
‘Ik had een sterke onderhandelingspositie’, vertelde C.K. onlangs in een interview. ‘Omdat het mij niet uitmaakte of het door zou gaan of niet. Ik deed op dat moment veel standupshows, waar ik veel mee verdiende en waar ik van genoot. Ik kon de helft van de week thuis zijn voor mijn kinderen, wat voor mij het belangrijkst is, dus dat was perfect.’
‘Nadat ik een optreden in Los Angeles had gedaan, kreeg ik van netwerken als NBC en Fox aanbiedingen om een serie te maken, voor veel geld. John Landgraf, de baas van FX, bood mij 200.000 dollar om een pilot te maken, veel minder dan de andere netwerken. Dat was het hele budget. Uiteindelijk zei ik: oké, ik doe het, maar ik ga je van tevoren niets laten lezen, je stuurt mij het geld en ik stuur je over drie maanden een dvd. Hij stemde toe. Toen ik de pilot opstuurde, hadden ze geen idee waar het over zou gaan en wie er verder aan meededen. Maar ze reageerden positief en wilden meer afleveringen, waar ik per keer 300.000 dollar voor kreeg.’
De vernieuwende, door critici geprezen serie, die in Nederland nog niet is uitgezonden, begint volgend voorjaar aan het vierde seizoen. C.K. won vorig jaar een Emmy voor het schrijven van de serie. Hij heeft al aangekondigd dat hij in het komende seizoen een nieuwe richting wil inslaan.
Hij mag dan één van de weinigen zijn die een tv-serie kunnen maken zonder toezicht vooraf – met het risico dat er scènes worden herschreven – toch staat er volgens C.K. veel druk op. ‘We hebben alleen een mondelinge overeenkomst dat we het op deze manier doen. Maar als ik een aflevering maak die hen niet bevalt, kunnen ze ‘m terugsturen, dan moet ik het overdoen. En als de serie gaandeweg slechter wordt, kunnen ze ingrijpen, dat recht hebben ze. Dus ik moet mijn best doen om die vrijheid te houden.’
Talkshow
De meeste afleveringen staan op zichzelf en verschillen sterk van toon: de ene keer luchtig, de andere keer heel indringend. We zien Louie bijvoorbeeld pokeren met zijn vrienden, ook komieken, die een losse, Tarantino-achtige discussie over het woord faggot voeren.Er is een aflevering (Bully) waarin hij, terwijl hij op een date is, te maken krijgt met een stel vervelende jongeren; nadat hij door één van hen op een intimiderende manier op zijn nummer wordt gezet, gaat de date als een nachtkaars uit.
Diverse afleveringen gaan over zijn – vaak onsuccesvolle, soms onverwacht verlopende – pogingen om een vrouw te versieren.Verder gaat het regelmatig over het opvoeden van zijn kinderen en over de moeizame relatie met zijn moeder.
Ook zien we Louie naar Afghanistan reizen voor een optreden voor Amerikaanse soldaten – iets dat hij als komiek ook in het echt gedaan heeft. Even vermakelijk als spannend zijn de drie opeenvolgende afleveringen in het derde seizoen, waarin Louie het aanbod krijgt om David Letterman op te volgen. Hij wordt gecoacht om een talkshowpresentator te worden. De coach wordt gespeeld door David Lynch, in een geweldige gastrol. Hij is overigens niet de enige bekendheid die in de serie opduikt: ook onder meer Ricky Gervais, Chloë Sevigny, Parker Posey, Chris Rock, Matthew Broderick, Melissa Leo, Robin Williams, Susan Sarandon, Joan Rivers, Dane Cook en Jay Leno waren in gastrollen te zien.
Qua thematiek is Louie een verlengstuk van de stand-up comedy van Louis C.K., maar het is ook een showcase van zijn talent als regisseur, scenarioschrijver en acteur. Nu hij binnenkort in de nieuwe Woody Allen-film Blue Jasmine te zien is, zou zijn acteerwerk ook een vlucht kunnen nemen.
Het is alleen te hopen dat C.K. niet alsnog dezelfde richting opgaat als Eddie Murphy en Steve Martin, en straks suffe rollen speelt in gezapige mainstreamfilms. Dat gevaar lijkt niet zo groot. Hij weet dat hij zich moet inspannen om zijn geloofwaardigheid te behouden, zei hij in een interview met Pitchfork. ‘Ik moet de mensen blijven verrassen. Geloofwaardigheid gaat niet langer mee dan ongeveer twee cycli slecht materiaal, en dan krijg je het waarschijnlijk nooit meer terug. Als je mensen teleurstelt, is het moeilijk om weer terug te komen – zelfs moeilijker dan van niets naar iets klimmen.’
© Schift juli 2013
Wees de eerste om te reageren