Melancholieke muziek waar je vrolijk van wordt

Een beetje raar is het misschien wel: gek zijn op surfmuziek en nog nooit op een surfplank hebben gestaan. Sterker nog, zelfs die behoefte niet hebben.

Niels Jansen kan ervan meepraten. Hij spéélt nota bene surfmuziek – hij is drummer van The Phantom Four – maar heeft ook nog nooit zelf gesurft. ‘Ik heb als kind gewindsurft, maar dat telt niet. Het lijkt me hartstikke leuk, maar het is er nooit van gekomen. En ik kan je vertellen dat 95 procent van de mensen die in surfbands spelen, nog nooit op een surfplank heeft gestaan.’

Om misverstanden te voorkomen: het gaat hier niet over The Beach Boys of Jan & Dean, ‘Surf City, here we come’. En ook niet over Jack Johnson of andere muziek waar surfers graag naar luisteren. Het gaat hierover:

Instrumentale, even opwindende als mooie, rauwe gitaarmuziek die begin jaren zestig ontstond en in die tijd even een rage was. Een genre dat zo goed als vergeten werd toen The Beatles en andere Britse beatbandjes de wereld veroverden en pas jaren later weer nieuw leven werd ingeblazen. En nu, in 2013, misschien wel meer leeft dan ooit tevoren. Dat bleek op het North Sea Surf Festival in de Amsterdamse Melkweg, waar surfbands uit Mexico, Spanje, Denemarken, België, Duitsland, Kroatië en Nederland optraden. Zoals Lost Acapulco:

Op dit moment zijn er over de hele wereld honderden surfbands, die elk een moderne variant spelen van de surfmuziek die meer dan 50 jaar geleden ontstond in Californië. Dat de meesten voor geen meter kunnen surfen, doet er niet toe.

Toch zou surfmuziek zonder surf geen surfmuziek zijn geweest. De man die het genre zo’n beetje uitvond, Dick Dale, zei in een interview op de vraag wat surfmuziek volgens hem is het volgende:

‘Well, what it is, is the meaning of the sounds of the waves – like the echo and the sounds of the tube when my finger would be in the wall and I could hear it go, “Chhhhhhhhhhh!” And I’d take my strings and go, “Weeeeeeer!” And then you get that rumble just before you’re going to be flung over – you know – right before you’re going to go over the fucking falls and get slammed down. That rumbling and all that stuff like that they associated the heavy Dick Dale staccato picking tk-tk-tk-tk-tkt on those strings – it sounded like the barrel of a goddamn wave.’

Voor Dale, die op zijn achttiende begon met surfen en er meteen aan verslingerd was, was het dus wel degelijk het geluid van de golven dat hij in zijn gitaarspel probeerde te vangen. Zijn Let’s Go Trippin’ (1961) wordt algemeen beschouwd als de eerste op plaat verschenen surfinstrumental.

Het ook in 1961 verschenen Mr. Moto van The Belairs klinkt overigens, qua melodie en opbouw, al meer als een typische surfinstrumental. ‘The sound and energy of the style came from Dick Dale; the style and form came from The Belairs’, schreef surfdeskundige John Blair.

Link Wray

Volgens Blair waren veel van de mensen die naar de optredens van Dick Dale & The Del-Tones en The Belairs kwamen kijken, fervente surfers. Zij bedachten de term surfmuziek. Toen The Marketts eind 1961 een instrumental uitbrachten met de titel Surfer’s Stomp en er een grote hit mee scoorden, ging surfmuziek als een lopend vuurtje door de rest van de VS – waarbij de instrumentale surf hand in hand ging met de gezongen liedjes van The Beach Boys. In het voorjaar van 1962 was surfmuziek gevestigd als een nieuw genre.

Vóór 1961 was er nauwelijks sprake van een surfcultuur in Californië, schreef Belairs-gitarist Paul Johnson vorig jaar op de website SurfGuitar101 in een artikel over het ontstaan van surfmuziek.Surfen werd populair in zuid-Californië toen lichtgewicht surfplanken hun intrede deden. Die zomer al was er een grote groep surfers met een heel eigen stijl. ‘Ik was 15 en een beginnende gitarist bij een beginnende band die de muziek speelde van instrumentale rockers uit het eind van de jaren ’50, zoals Duane Eddy, Link Wray, The Fireballs, Johnny and the Hurricanes en The Ventures’, aldus Johnson. ‘Toen we hoorden dat veel van die jonge surfers in de weekenden een flink eind reisden om Dick Dale te zien optreden, die dezelfde stijl muziek speelde als wij, besloten we zelf dansavonden met live-muziek te organiseren. Het was alsof we op een hard rijdende trein sprongen!’

Het was nooit in The Belairs opgekomen om zichzelf een surfband te noemen. Maar bij het eerste optreden, waar 200 mensen op afkwamen, zei een van de surfers tegen Johnson dat de muziek van The Belairs hetzelfde gevoel opriep als op een golf staan, en dat ze het surfmuziek zouden moeten noemen. Via The Beach Boys bereikte de surfcultuur even later de grote massa, maar volgens Johnson beschouwden de Californische surfers de instrumentale muziek als de enige échte surfmuziek.

In zekere zin was er niets nieuws onder de zon, betoogt Johnson. ‘Ik zal de eerste zijn om te bekennen dat ik part noch deel had in het uitvinden van muziek die paste bij het gevoel van de zee of surfen of iets dergelijks’, schrijft hij.’Opgroeien in de buurt van het strand zal onbewust mijn gitaarspel beïnvloed hebben, maar de ‘surf’-muziek die ik speelde was meer geïnspireerd door het gitaarwerk van mensen als Duane Eddy en George Tomsco van The Fireballs.’

In 1963 was surfmuziek op zijn hoogtepunt, met bands als The Sentinals, The Chantays, The Surfaris, The Lively Ones, The Trashmen, The Pyramids, The Astronauts en The Centurions. Midden jaren zestig was het vrij plotseling afgelopen. De tamelijk onschuldige en hedonistische strandmuziek paste niet in de tijd van hippies, de Vietnamoorlog, de strijd voor burgerrechten voor zwarten en geestverruimende drugs. Mensen luisterden liever naar The Beatles, Bob Dylan, The Doors, Marvin Gaye en Jimi Hendrix.

De instrumentale surfhits werden daarna nog wel gedraaid op golden oldies-radiostations, maar er werd nauwelijks nog nieuwe surfmuziek gemaakt. Tot het genre begin jaren tachtig een bescheiden opleving beleefde, met bijvoorbeeld de onvolprezen Jon & The Nightriders en The Surf Raiders. Bands van liefhebbers die zo dicht mogelijk bij de stijl en de sfeer van de sixties-surfinstrumentals bleven. De revival zorgde er ook voor dat Dick Dale, The Ventures en The Chantays weer gingen optreden.

Surf bleef een sluimerend genre, al ontstond er begin jaren negentig wel langzamerhand een scene van surfbandjes – ook in Nederland trouwens, zoals de Amsterdamse Treble Spankers, The Apemen uit Tilburg en The Krontjong Devils uit Groningen. Een iets groter publiek maakte kennis met surf via The Pixies, die hun album Bossanova (1990) openden met een cover van een surfinstrumental.

 

De man die surf pas echt weer helemaal terug bracht, was Quentin Tarantino. In Pulp Fiction (1994) gebruikte hij Dick Dale’s knallende klassieker Misirlou om met de deur in huis te vallen:

‘Toen Pulp Fiction uitkwam, explodeerde het gewoon’, zegt Niels Jansen. ‘De Treble Spankers bijvoorbeeld konden vóór die film verscheen nauwelijks optredens krijgen. De programmeurs van popzalen zeiden: instrumentale muziek, dat snappen mensen niet. Na Pulp Fiction konden ze overal optreden. Toen snapte iedereen ineens surfmuziek. Quentin Tarantino heeft surfmuziek cool gemaakt. Als ik tegen mensen zeg dat ik in een surfband speel, zegt het ze niets. Als ik zeg: we maken Pulp Fiction-muziek, dan weet iedereen wat ik bedoel.’

Volgens Jansen, behalve drummer in The Phantom Four ook organisator van het North Sea Surf Festival én de man achter het online radiostation North Sea Surf Radio, is er nu weer een nieuwe lichting surfbands. ‘Meer nog dan bij de eerste en tweede revival zijn het bands die de grens van het genre opzoeken. Dat geldt ook voor The Phantom Four. We hebben een surfsound, we spelen op klassieke surfgitaren als de Fender Jazzmaster en Fender Jaguar, ikzelf heb een drumkit uit 1965 van Rogers. Maar als je kijkt naar de structuur van de nummers en de invloeden die erin zitten, dan zijn we voor puristen eigenlijk niet surf genoeg. Met invloeden als wereldmuziek en psychedelica beschouwen we onszelf niet als een pure surfband. En zo zijn er veel moderne surfbands die zich weinig aantrekken van de grenzen.’

Frank ‘Phantom Frank’ Gerritsen, voormalig Treble Spanker en oprichter van The Phantom Four: ‘Ik kreeg het etiket van surfgitarist opgeplakt, maar heb mezelf nooit zo gezien. Ik zie mezelf meer als een muzikant die niet kan zingen en van lieverlee, om toch op de voorgrond te kunnen staan, instrumentals is gaan spelen. Ik beheers vele andere stijlen.’

Tijdloos

Wat maakt surfmuziek nu eigenlijk zo bijzonder? Het gaat in elk geval verder dan de associatie met zee, golven en een surfplank, want als niet-surfer kan ik me daar toch niet zo veel bij voorstellen. Wat wel meespeelt, is dat het muziek is die, ook ruim vijftig jaar later, niet gedateerd klinkt, maar nog steeds krachtig en fris. Tijdloos.

Een deel van de verklaring ligt in de kracht van herhaling. In het geval van surfinstrumentals is het de melodie die de leadgitarist speelt, die telkens wordt herhaald. En de sfeer, een mengeling van pure levenslust gekoppeld aan een lichte, dromerige melancholie – als van een zonsondergang op een mooie dag.

‘De melancholie van de muziek trekt mij inderdaad het meeste aan’, beaamt Gerritsen. ‘Het zijn vaak mineurakkoorden waar je toch vrolijk van wordt.’

Wat ook fijn is, is het ontbreken van zang. Er is geen frontman die zijn gevoelens benoemt of boos en melodramatisch staat te doen.

Jansen: ‘Doordat er geen zang bij zit, laat het veel over aan je eigen fantasie en creativiteit. Ik vind het iets heel filmisch hebben. Als ik nummers hoor met een Arabische toonladder bijvoorbeeld, en ik doe mijn ogen dicht, waan ik me in een kasba in Marrakech. Als ik een nummer hoor met polka-invloeden, zie ik mezelf bij wijze van spreken tussen de dansende mannen ergens in de bergen van Roemenië staan. Het prikkelt je verbeelding.’

© Schift, september 2013

Share Button
SIETSE MEIJER Geschreven door:

Sietse Meijer begon zijn journalistieke loopbaan bij popblad OOR en schreef daarna over muziek, film, literatuur, media en allerlei andere onderwerpen voor o.m. NRC Handelsblad, Het Parool en de VPRO Gids. Hij werkt als freelancer voor diverse opdrachtgevers.

Wees de eerste om te reageren

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *